53
24 februari 1972
prive-belangen geënt kan zijn. Het college, en ook commissies op zo'n zek
hearmg zullen niet laatdunkend over privé-belangen doen, maar ze be- str;
horen in een aparte rubriek thuis, dat is een duidelijke zaak. Dat doet sen
niets af aan het feit dat, waar de belangstelling onvoldoende leeft, het °PZ
college mét de raad en ook mét de stemmen die uit het commissierapport de
spreken, meent dat op die punten waar men ook waardering en aan- op
sluiting heeft gezocht, zich verder natuurlijk zal richten naar de uitspraak de
van deze avond. Spreker merkt op dat de heer Van den Eriel zal hebben en
begrepen dat hij de ambtenarenpositie zeer belangrijk vindt in het totale de
geheel, zodat hij daar straks en bovendien ook nog een enkel lid van het De
college, op zal terugkomen. Ook de kwestie van de openbaarheid van coll
stukken is een zeer belangwekkend onderdeel van het commissierapport. seli
De heer Van den Briel is duidelijk kritisch geweest t.a.v. het door het uite
college aangeboden stuk en hij is tot de conclusie gekomen dat er weinig len
bereidheid bestaat tot zowel formeei als informeel contact met de burgers gec
die daar behoefte aan hebben, en dat het straks niet alleen gaat om voor- (lez
nemens maar dat men meer bereidheid van het college wil zien Iets ver- gez
dere adstructie is voor spreker, en ook voor het college, bepaald nood- bet(
zakelijk op dit punt van de kritiek, want dat heeft het college ook nodig ker
voor een adequate reactie op dat punt. Het college is uiteraard want ben
anders had het wel anders gereageerd op het rapport niet van mening tocl
dat het de middelen heeft uitgeput. Men zou b.v. in de nieuwe samenstei- dat
ling, althans wat de voorzitter betreft, van het college, aanleiding kunnen er
vmden om b.v. de wijken in te gaan. Dat is een oud middel, maar kan ook de
met nieuwe opvulling en ook missichien met wat nieuwe aanpak wel dege- &en
lijk passend geacht worden als een van de middelen die de commissie aan- den
wijst. Spreker zegt uitdrukkelijk dat met betrek'king töt de commissie al- ven
gemeen bestuur, waarvan spreker aanneemt dat die er straks ook formeel zou
zal zijn, in het seniorenconvent en dat is misschien enigszins bijzonder sPr
voor een seniorenconvent, omdat het geacht wordt er altijd te zijn zonder wat
dat er een duidelijk omschreven taak is juist op het stuk van zoals het ook ties
genoemd is in het rapport op het stuk van voorlichting en publiciteit, naar I
het oordeel van het college wel degelijk een commissie zit, die de moge- ook
lijkheden zal hebben om terzake te adviseren en ook het college van beb
zijn kant de mogelijkheden zal hebben om bijdetijds en als het nodig is var
paraat te reageren op situaties, die vragen om een bijdetijdse aanpak van tha
het brengen van bestuur bij bestuurden en andersom. Wat dat betreft me
meent spreker dat het één van de zeer belangrijke taken is, en in zoverre mo'
zal spreker zich wat dat betreft, ook namens het college, mogen scharen bur
achter de slotwoorden van de heer Van Tongeren, waarin hij zegt dat de nin
discussie ook nog na deze avond voortgaat. Ongetwijfeld gaat de discussie doe
voort en spreker dacht met name ook in het overleg met de commissie kor
algemeen bestuur; deze belangrijke seniorenconventstaak zal daar onge- dat
twijfeld verder inhoud bij kunnen krijgen. Spreker vraagt de heer Van een
den Briel om in tweede instantie duidelijk te maken voor het college ont
waar hij zijn kritische aantekeningen precies op heeft willen stoelen. Spre- biJc
ker heeft met belangstelling geluisterd naar de voorgeschiedenis van de Ser
heer Van Tongeren. Omtrent het begrip openbaarheid en omtrent democra- san
tisering wordt verschillend, al naar geaardheid, gedacht, men kan verschil-
lende uitgangspunten kiezen waarbij wel eens verschillende jaartallen ove
uitermate interessant zijn om een democratiseringsdiscussie te laten star- im
ten. Veel van de woorden van de heer Van Tongeren doen spreker aan cra
Thorbecke denken, spreker geeft toe dat deze aan het bal-nâ niet gedacht rin
heeft. Eén ding heeft spreker naar hij hoopt niet alleen duidelijk geno- Voi
teerd maar ook begrepen, dat mocht de raad besluiten tot het deskundigen- bae
element in de commissies, dat er dan een belangrijk aantal mensen, en dee
met name dan ongetwijfeld belangstellenden, meer dan belanghebbenden, pa£
bereid zal zijn om de raad bij te staan in de commissies. Spreker wi) dat ric]