57
24 februari 1972
in meerderheid, zou dit slechts kunnen besluiten. Naar sprekers mening' is
de door het college voorgestelde werkwijze onpraktisch en omslachtig.
Het zou namelijk kunnen betekenen dat een extra vergadering van een
dergelijke commissie nodig wordt en dat weer zou kunnen betekenen dat
do°r de omslachtigheid van deze procedure de bevoegdheid van een com-
missie om een deskundige te horen, illusoir wordt, omdat men er niet zo
gauw toe zal overgaan een extra vergadering te houden. Spreker wijst er
op dat men dit in de gemeente Bloemendaal kennelijk heeft begrepen, ge-
tuige artikel 13 van de verordening op de raadscommissies. Daarin staat
dat îeder lid van een commissie het recht heeft iemand, wiens visie of
wiens mogelijke informatie hij van belang acht, uit te nodigen. Hij heeft
slechts de naam van de introducé 24 uur tevoren door te geven aan de
voorzitter. Hieruit spreekt naar zijn mening een vertrouwen in het rede-
lijk verstand van raadsleden dat zij niet voor iedere futiliteit iemand mee
zullen slepen. Spreker blijft dan ook pleiten voor deze bevoegdheid van
een lid van een commissie en vraagt of het college alsnog bereid is dit
standpunt te delen.
Een ander punt ten aanzien van de samenstelling van raadscommissies
îs de benoeming van niet-raadsleden in de vaste commissies voor advies
en bijstand. Naar spreker meent is de taak van een commissie van bij-
stand een adviserende, beslissingen worden er niet genomen, althans niet
tormeel. In feite worden natuurlijk belangrijke alternatieven voor een be-
paald beleid al in een commissie afgevoerd. Vandaar dan ook dat sprekers
tractie ze openbaar wil hebben. Eigenlijk een adviserende taak dus, maar
belangrijker dan de taak is de functie die een dergelijke commissie feite-
lijk vervult. Sprekers fractie meent dat deze voornamelijk bestaat uit een
wederzijdse informatie-uitwisseling en aftasten van elkaars standpunten
tussen college en raad. Dit laatste is met name van belang voor het colle-
ge om een indruk te krijgen van de gevoelens die in de raad leven. Dit
alles nu wordt bepaald niet gefrustreerd als er niet-raadsleden aan een
commissie worden toegevoegd. Dan immers blijft de samenstelling van de
commissie toch evenzeer, of evenmin, een afspiegeling van de raad Er
komt slechts een deskundig geluid bij, hetgeen voor de oordeelsvorming in
de commissie alleen maar gunstig kan zijn. Spreker vraagt zich nu wer-
kelijk af waarom de wetgever in 1964, in hemelsnaam de mogelijkheid
neeft geopend als werkeiijk de bezwaren die het college naar voren brengt
zo zwaarwegend zijn. Zou de gemeentewetgever dat gedaan hebben zon-
der de consequenties van zijn daad te overwegen? Dat lijkt spreker sterk
Naar de werkelijke reden waarom het college dit niet wil, moet men ra-
den. Met de minderheid uit het college en de meerderheid van de commis-
sie democratisering blijft spreker van mening, dat de mogelij'kheid ge-
creeerd moet worden om een commissie met niet-raadsleden uit te brei-
den die als deskundig kunnen worden beschouwd op het terrein of een
deel daarvan van die commissie. Ook de minderheid van de commissie
heeft overigens tegen het creëren van deze mogelijkheid op zich geen be-
zwaar, mits er met te veel gebruik van gemaakt wordt en slechts op ver-
zoek van een dergelijke commissie, en dat laatste kan spreker zeer wel
billijken. Spreker vraagt of het college bereid is om alsnog de mogelijk-
heid, dat op verzoek van een commissie een dergelijke deskundige in de
commissie wordt opgenomen, in de betreffende verordening op te nemen.
De heer Rücker zegt dat zijn fractie zich gaarne aansluit bij het oor-
deel van de commissie, hetwel mede door het college wordt onderschre-
ven, dat de mogelijkheid dient te bestaan dat een raadscommissie zich
door een deskundige of door meerdere deskundigen, buiten het gemeente-
lijke apparaat, over belangrijke onderwerpen laat voorlichten. Spreker is
het voorts eens met de opmerking van het college dat het inroepen van
zo n dergelijke bijstand niet afhankelijk dient te zijn van de opvatting van
een commissielid, doch dat minstens een meerderheid van de leden zich