43
24 februari 1972
XX. Verhoging- bijdragen schooltandverzorging (volgno. 29)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de volksgezondheid
zich met het voorstel kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XXI. Verkoop van twee kavels bouwterrein aan de verlengde Lorentz-
laan (volgno. 38)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor het grondbedrijf zich
met het voorstel kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XXII. Verhoging van het krediet voor de brandweergarage c.a. (volg-
no. 28)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor openbare werken zich
met het voorstel kan verenigen.
De heer Riicker merkt op dat hoewel het college destijds al een ongun-
stige uitkomst voor deze bouw had verwacht, het spreker uitermate te-
leurstelt dat het totaalcijfer nog ongunstiger ligt dan aanvankelijk werd
gesuggereerd. Voor zover die overschrijding nu een gevolg is van conjunc-
turele ontwikkelingen, liggende in het tijdvak tussen het ogenblik van de
begroting en de aanbesteding, is dit een verklaarbare zaak en de eerlijk-
heid gebiedt spreker te zeggen dat zijn fractie de procentuele verhoging
nog aan de zeer redelijke kant vindt. Wat meer moeite heeft hij echter
met het feit dat men kennis moet nemen van de realiteit, dat bij het op-
stellen van de begroting enkele posten zonder meer vergeten zijn. Spreker
kan zich niet onttrekken aan de indruk dat de begeleiding van het archi-
tectenbureau te dien opzichte onzorgvuldig, zo niet slordig, is geweest.
In hoeverre de inbreng van het gemeentelijk apparaat ten onrechte ach-
terwege is gebleven, kan spreker moeilijk beoordelen. Wanneer men dan
ook nog in aanmerking neemt dat de basis voor de hoog uitgevallen de-
claratie van de architect mede is gevormd door het nominale bedrag van
de vergeten posten, dan is dat alleen maar een omstandigheid die de zaak
nog moeilijker verteerbaar maakt. Spreker weet dat het een afgedane
zaak is, men kan er toch niets meer aan doen. Toch wil spreker het col-
lege vragen om bij voorkomende gelegenheden ook aan de dienst voor
openbare werken zeer nadrukkelijk te vragen om kritisch toe te zien op
de wijze van samenstelling van begrotingen van werken als het onder-
havige.
Wethouder Van Wijk zegt dat ook in het verleden wel is gebleken dat
de bouw van bijzondere en speciale gebouwen moeilijkheden van deze aard
plegen op te leveren. Men heeft dat ook gezien bij het zwembad. Telkens
wanneer er zo'n bijzonder gebouw wordt gebouwd, ook al neemt men een
architect die op dat punt zijn sporen heeft verdiend, blijkt achteraf dat
er wonderlijke dingen gebeuren en dat schijnt men moeilijk te kunnen
ontgaan. Bij de gewone, de doorsneebouw, treft men dergelijke moeilijk-
heden zelden of nooit aan, dus de oorzaak van de moeilijkheden ligt wel
voor een groot deel in het eigensoortige van de bouw. Met de heer Rücker
betreurt het college dat er posten op de begroting vergeten zijn; spreker
gelooft niet dat de oorzaak in de eerste plaats ligt bij de dienst voor
openbare werken, maar zou overigens niemand helemaal vrijuit willen la-
ten gaan. Spreker meent dat in de eerste plaats gezocht moet worden bij
degenen die geroepen zijn om zo'n gebouw op te zetten en daarbij bege-
leiding en voorliehting geven, maar dat neemt niet weg dat daarnaast
anderen ook nog wel fouten kunnen maken. Spreker hoopt niet dat er nog
veel speciale gebouwen zullen moeten worden gebouwd, maar mocht dit
weer voorkomen, dan zal het college ten deze attent zijn.