135
30 maart 1972
is van de wenselijkheid en de mogelijkheden van de aanleg. De drie andere
leden Willen zich aansluiten bij het standpunt van de Kamer van Koop-
handel en Fabrieken voor Haarlem e.o., dat de beschikbare gegevens
aanleiding vormen om de aanleg vooralsnog negatief te beoordelen."
De commissie voor de Volksgezondheid rapporteert: „De grootst moge-
lijke meerderheid van de aanwezige leden is tot de conclusie gekomen (in
deze eommissie waren 2 leden afwezig) dat de aanleg voor Kennemerland
onaanvaardbare consequenties heeft wegens de aantasting van het leef-
milieu; deze meerderheid onderschrijft hetgeen hieromtrent is vermeld in
het ontwerp-pre-advies van het I.S.K. De minderheid (de voorzitter) stelt
zich vooralsnog achter uw voorstel".
De fractie van de heer Van Tongeren heeft men kan het naïezen in
de raadsnotulen van november 1971, bladzijde 325 gevraagd om een
onderhoud van de wethouder in I.S.K.-verband, om cLit probleem daar aan
de orde te stellen. De wethouder heeft toen geantwoord dat hij dit on-
getwijfeld zal doen. Ook is hem gevraagd de raad te informeren omtrent
deze beraadslagingen in I.S.K.-verband, omdat dit wel van belang is voor-
dat men gaat discussiëren over deze zaak.
Wethouder Van Wijk is deze toezegging uiteraard volledig nagekomen
en heeft op de eerstvolgende vergadering van de I.S.K. te Bloemendaal,
de vergadering van de wethouders van Openbare Werken, althans de
Planologiekring zoals die wel genoemd wordt, deze zaak aan de orde
gesteld. In de eerste plaats om het standpunt van de gemeente Heemstede
uiteen te zetten, waarbij hij een kort verslag heeft gegeven van hetgeen
in de raad is besproken en wat uiteindelijk daarvan het resultaat is ge-
weest. Aan zijn zijde vond spreker de gemeente Haarlemmermeer, welke
gemeente ongeveer een gelijk standpunt heeft ingenomen en nog inneemt
als de gemeente Heemstede. Spreker heeft ook gesteld dat wanneer er in
I.S.K.-verband eenstemmigheid gevonden kan worden, dat natuurlijk een
loffelijke zaak is, maar de I.S.K. aan de andere kant ook niet in het leven
is geroepen om het altijd met elkaar eens te zijn. Het is een overleg-
orgaan en wanneer men het niet met elkaar eens is, moet dat ook rustig
kunnen worden uitgesproken, hetgeen volledig werd onderschreven. De
andere aanwezige leden van de kring vonden in dit alles geen aanleiding
om op hun standpunten terug te komen. Spreker heeft ook niet getracht
deze leden te bekeren tot zijn standpunt, maar er werd nog weer eens
van gedachten gewisseld, en de gemeenten die reeds beslissingen hadden
genomen conform hetgeen door Velsen was gevraagd, bleven daarbij. De
gemeente Haarlemmermeer handhaafde zijn standpunt en spreker heeft
uiteraard medegedeeld dat dit op heden het standpunt van Heemstede
was; dat deze zaak voor Heemstede nog niet afgedaan was, hetgeen tröu-
wens het kenmerk van deze gehele materie is; men is er nog lang niet uit,
maar spreker heeft gesteld dat men ook in Heemstede met deze zaak
verder gaat. En zo is men in pais en vree uit elkaar gegaan. Spreker kon
uiteraard niet meer doen dan een en ander verklaren en nogmaals be-
spreken.
De voorzitter zegt dat de standpunten van de colleges van burgemeester
en wethouders van Haarlemmermeer en van Heemstede bekend zijn. Spre-
ker vraagt of de heer Van Wijk weet of dat ook het standpunt is van de
raad van de gemeente Haarlemmermeer.
Wethouder Van Wijk meent dat dit het standpunt is van de raad.
De heer Van der Hulst zegt dat na het voorstel van het college van
11 november 1971 betreffende de voorhaven in IJmuiden, de raadsleden
in de gelegenheid zijn gesteld de beschikbare stukken thuis te bestuderen.