145 30 maart 1972
hiermede merkt spreker in de eerste plaats op dat hij zoveel waarde aan
het rapport hecht dat heeft spreker trouwens in eerste instantie al ge-
zegd omdat dr. Bak naar zijn smaak de meest onafhankelijke positie ten
opzichte van deze materie inneemt. In de tweede plaats is het spreker op-
gevallen dat het rapport van dr. Bak volledig is wat betreft het aantal
hoofdstukken en zaken die deze materie betreffen, en juist omdat alle
aspecten in dat rapport aan de orde zijn gekomen, heeft spreker zich er wel
bij gevoeld toen hij probeerde die hoofdstukken te volgen. Het zal de wet-
houder overigens wel opgevallen zijn dat spreker een aantal hoofdstukken
volledig onbesproken heeft gelaten. Dat betreft de hoofdstukken over het
werkgelegenheidsaspect, het huisvestingsaspect en het economisch aspect.
Spreker heeft dit achterwege gelaten omdat dit juist de zaken zijn waar-
over een nader onderzoek gewenst is; waarover men, met de gegevens
die nu ter beschikking staan, als Heemsteedse raad geen eindoordeel kan
vellen. Spreker heeft het bedoelde rapport dus ten dele gevolgd en juist op
die punten waarvan hij meent dat men met de gegevens zoals die nu be-
schikbaar zijn, wel kan oordelen. Spreker releveert dat het gaat om een
verkleining van het recreatiegebied, om milieu-hygiënische bezwaren
en om verkeers-technische bezwaren, en meent dat men voldoende inzicht
heeft in de situatie zoals die zich nu in Kennemerland aan allen voordoet,
om te weten dat in de eerste plaats een verkleining van het recreatiegebied
en men behoeft verder geen rapporten te lezen om te weten dat als men
de voorhaven gaat aanleggen men dat gebied verkleint een onvervang-
bare inbreuk maakt op het strand- en duingebied. Spreker meent dat
allen uit deze omgeving niet alleen aan dit gebied gehecht zijn, maar dat
dit gébied voor het dichtbevolkte westen een levensnoodzaak is geworden.
Een tweede punt was het milieu-hygiënische bezwaar. Ook daarvan kan
men misschien niet precies beoordelen hoe zwaar dit pirnt weegt maar er is
weinig fantasie voor nodig om te begrijpen dat zo'n voorhaven met de
nevenindustrieën spreker zegt uitdrukkelijk dat ook Amsterdam die
verzwegen heeft bijzondere milieubezwaren met zich mee zal brengen.
Er is nog minder fantasie voor nodig om de verkeerstechnische bezwaren
te onderkennen. Spreker heeft het genoegen dagelijks juist die streek te
doorkruisen en als men de hoeveelheid verkeer ziet die er nu reeds is,
dan is het nauwelijks voorstelbaar om ooit een oplossing te vinden als
dat verkeer zich tengevolge van de voorhaven nog eens gaat verdubbelen.
Dit waren de drie punten en op die punten heeft zijn fractie gezegd dat
haar standpunt nu, met de thans ter beschikking staande gegevens, nega-
tief is. Dat sluit helemaal niet uit dat er een nadere rapportage kan komen
over het werkgelegenheidsaspect, het huisvestingsaspect en de economische
aspecten. Sprekers fractie is dan ook van mening dat als punt I van het
ontwerp-besluit wordt aangenomen en spreker vindt dat het college
misschien wat er.g zwak is geweest in haar uitdrukking daaromtrent
dat beslist niet punt H uitsluit. Er moet natuurlijk een nader onderzoek
komen. Sprekers fractie meent dat de bezwaren van de drie aspecten, die
zij in eerste instantie genoemd heeft, reeds zo groot zijn dat zij twijfelt
aan een gunstige uitslag van dat onderzoek op de andere aspecten.
De heer Van Tongeren is het met de heer Van der Hulst eens dat men
weinig fantasie nodig heeft om te begrijpen in welke richting zo'n voor-
haven zich gaat ontwikkelen. Als het besluit dat de raad neemt straks
mede naar Den Haag gaat voor het nemen van de eindbeslissing, gelooft
spreker dat het noodzakelijk is om vanavond zeer duidelijk te zijn in het
besluit dat men neemt. En wat dat betreft gelooft spreker dat de duide-
lijkheid van het voorstel van de heer De Ruiter verder gaat, omdat het
betoog van de burgemeester niet als een begeleidend schrijven bij het
collegevoorstel zal worden meegezonden.
Spreker vraagt zich verder in de eerste piaats af wat er gebeurt als de