30 maart 1972
mee komt het als het ware in de civielproeedure-sector terecht en spreker
H'elooft dat als het dat stadium eenmaal begint te krijgen, het dan eigen-
liik volkomen oninteressant wordt wat de raad hiervan meent omdat men
dan in het stadium komt wat de rechter hierover zal gaan beslissen en
oordelen Zelfs als men meent het met de uitspraak van de rechter met
eens te zijn, als de heer Teeuwen zo ver zou willen gaan, dan nog zou
dat volkomen niet terzake doende zijn, omdat men zich dan toch eenma
bij die uitspraak zou hebben neer te leggen. In de tweede plaats werd
spreker even door de opmerkingen van de heer Jager geinspireerd^^omdat
eigenlijk wat hij zei en waarmee hij de raad voorbereidt op het îndiene
van een voorstel, natuurlijk in feite overeenkomt met het door spreker m
de vorige raaidsvergaderlng gedane, maar voorshands met verder behan-
delde voorstel, tot het instellen van een commissie voor het houden van
spreekuren. Dat heeft zakelijk natuurlijk dezelfde înhoud als men zegt
mensen die wat hebben, kunnen bij die commissLe terecht. Of men dat nu
op papier zet of mondeling doet, maakt m wezen mets uit. Toen is af-
gesproken dat deze materie zou worden verwezen naar de commissie voor
algemene zaken, en daarom dacht spreker dat het met terzake dienende
is om nu een voorstel daarover te gaan behandelen, omdat de vonge keer
unaniem besloten is om deze materie in commissonaal beraad nader te
overleggen en dan al dan niet met een voorstel te komen.
De voorzitter constateert dat de leden van de raad, persoonlijk of fractie-
gewijs, hebben kennisgenomen van de stukken. Spreker ^el^fd "iet da
van de zijde van het college daax nog iets aan toeg.ivoegd 1behoeft 1te
worden. De heer Jager heeft de procedure aan de orde gesteld, hi] heett
het college ook informeel in kennis gesteld van zijn wens om deze zaak
commissoriaal te maken. Hij heeft er ook datgene aan toegevoegd wat
inderdaad effect pleegt te sorteren, namelijk dat als de meerderheid van
de raad daar achter staat, een zaak natuurlijk altijd commissoriaal kan
worden gemaakt. Bij het bestaan van een vaste commissie voor de ver-
zoekschriften zou de onderhavige zaak uiteraard zeer goed kunnen worden
^HeMis overigens juist als de heer De Ruiter zegt dat de problema.tiek
van contacten met de burgerij, dus ook wat spreekuren en de voorlic -
tingszaken betreft, in feite op de agenda van de commissie voor algemene
zaken gevonden zal worden. Spreker kan zich voorstellen datm het kader
van deze zaak, en dan met een meer algemene strekkmg, de heer Jager
het punt van de commissie voor de verzoekschnften aan de orde stelt.
Spreker zegt dat de commisSie voor algemene en bestuurszaken bmnen-
kort gaat vergaderen en hij meent dat mogelijk ook de 'heer Jager er geen
bezwaren tegen zal hebben als hij stelt, dat het toch zinvol is om die
biieenkomst en dat advies van de commissie voor algemene en bestuurs-
zaken ook op dit punt spreker heeft er namelijk geen hezwaar tegen
dat de commissie voor de verzoekschriften daar ook aandacht krijgt
te wachten en dat het college dan zijn standpunt ten aanzien van het
voorstel inzake de commissie voor de verzoekschriften gaat mnemen.
De heer Jager vindt dat wel een zinnig voorstel, maar wil toch graag
de termijn, met name voor dit punt wel strak stellen, want volgende week
kan er weer een verzoekschrift van iemand op tafel komen. Spreker zou
wat dit punt betreft, wat naar zijn mening wel degelijk iets anders îs dan
een commissie voor spreekuren, een zo snel mogelijke behandeling op p j
stellen.
De voorzitter gelooft dat als er weer een verzoek onder de aandacht
van de raad komt, en de raad het in meerderheid op haar weg vmdt liggen
daar een commissie voor in te stellen, haar niets m de weg staat, al is het
dan een ad hoc-procedure, om dan de weg die de raad eigenlijk permanent