Artikel 35
Het lijkt niet juist om, zoals in enkele andere gewestelijke regelingen is
vermeld, een gekwalificeerde meerderheid voor te schrijven t.a.v. de be-
slissing omtrent toetreding van andere gemeenten. Omtrent de toetreding
zal met een gewone meerderheid moeten worden beslist.
Met het voorschrijven van een wijziging van de artikelen 5 (of 40) en 14
wordt beoogd een aanpassing van de samenstelling van de Kennemerraad
en van het dagelijks bestuur.
Artikel 36
Deze wat omslachtig lijkende procedure is onvermijdelijk. De beslissings-
bevoegdheid berust bij de gemeentelijke bestuursorganen. In afwijking van
andere regelingen is in lid 2 voor de gewestraad het recht vastgelegd om
over een wijziging van de regeling zijn oordeel te geven.
Artikel 37
Met dit artikel wordt beoogd uittreding gedurende de eerste jaren (tot
1-9-1976) onmogeMjk te maken. Deze datum is gekozen om na het optreden
van de gemeenteraden per 1 september 1974 die raden en de gewestraad
in de alsdan mogelijk gewijzigde samenstelling gedurende een redelijke
tijd de gelegenheid te bieden in gewestelijk verband te werken en samen
te werken.
Verlenging met telkenmale ten hoogste twee jaren is in artikel 41
mogelijk gemaakt om te bereiken dat een nieuwe regeling b.v. desgewenst
kan ingaan met ingang van de datum van het optreden van de nieuwe
gemeenteraden op 1 september 1978.
Artikel 38
Artikel 39
Artikel 40
zie toelichting bij de artikelen 5 en 14.
Artikel 41
De in lid 2 genoemde datum 1 september 1976 is in de toelichting
bij artikel 37 reeds verklaard. De leden 3, 4 en 5 geven een globale liqui-
datieregeling. Lid 5 lijkt daarbij wat overbodig doch is opgenomen uit een
oogpunt van zorgvuldigheid jegens het personeel.
Artikel 42
Artikel 43