i -
4e afd. 27 april 1972 54
4. artikel 26 van de gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op
de leden van de gewestraad en de voorzitter van het gewest. Artikei
W 9 van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing op de leden van
de gewestraad, die raadslid zijn.
5. het lidmaatschap van de gewestraad is onverenighaar met de betrekking
van ambtenaar door of vanwege het bestuur van het gewest of van een
deelnemende gemeente aangesteld of daaraan ondergeschikt. Artikel 25,
lid 2 onder 2e en lid 3, van de gemeentewet zijn van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 6
1. het lidmaatschap van de gewestraad eindigt op de dag waarop de zit-
tingsperiode van de gemeenteraad afloopt.
2. de raad van een deelnemende gemeente beslist in de eerste vergadering
van elke zittingsperiode over de aanwijzing van nieuwe leden van de
gewestraad. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aange-
wezen.
3. Hij die ophoudt raadslid te zijn van de gemeente, waarvan de raad
hem als lid van de gewestraad heeft aangewezen, houdt daarmede te-
vens op lid van de gewestraad te zijn.
Het zelfde geldt ten aanzien van het adviserend lidmaatschap van de
loeoburgemeester van Haarlem en van de burgemeesters van de an-
dere gemeenten.
4. Indien tussentijds een piaats van een lid vacant of beschikbaar komt,
wijst de gemeenteraad die het aangaat, in zijn eerstvolgende verga-
dering of, zo dit niet mogelijk zou zijn, ten spoedigste daarna, een
meuw lid aan.
5. Indien er spräke is van langdurige afwezigheid van een lid, hetgeen
ter beoordeling staat van de gewestraad, wijst de gemeenteraad die
het aangaat in zijn eerstvolgende vergadering of, zo dit niet mogelijk
zou zijn, ten spoedigste daarna, tijdelijk een plaatsvervangend lid aan.
Indien er sprake is yan lar.gdurige afwezigheid van een adviserend lid,
hetgeen ter beoordeling staat van de gewestraad, nodigt hij burgemees-
ter en wethouders van de betreffende gemeente uit ten spoedigste
tijdelijk een plaatsvervangend adviserend lid aan te wijzen.
Artikel 7
Van elke aanwijzing tot lid van de gewestraad geven burgemeester en
wethouders van de gemeente, die zulks aangaat, binnen acht dagen ken-
nis aan de voorzitter van het gewest.
Par. 4.2. De werkwijze van de gewestraad.
Artikel 8
1. De gewestraad vergadert jaarlijks ten minste viermaal en voorts zo
dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, of ten
minste een vijfde van het aantal leden de gewestraad dit, onder op-
gaaf van redenen, schriftelijk verzoekt.
2. Artikel 47 van de gemeentewet is van overeenkomstige toepassing, met
dien verstande dat de openbare kennisgeving geschiedt door de voor-
zitter van het gewest en, op verzoek van de voorzitter, door de bur-
gemeesters der deelnemende gemeenten op de aldaar gebruikelijke
wijze. Artikel 48 van de gemeentewet is eveneens van overeenkom-
stige toepassing.
