25 mei 1972
202
Amsterdam, het verkeer naar het Elisabethsgasthuis en Diaconessenhuis
en naar het winkelcentrum Schalkwijk. Echter hoewel Heemstede geen
doorgangsverkeer wil hebben en daarbij de steun geniet, meent spreek-
ster, van zowel het Rijk als van Haarlem, doet de wijze waarop het col-
lege de bovengenoemde wegen wil aanleggen en inrichten, geheel anders
vermoeden en rekent men in feite wel op doorgangsverkeer, waaronder
spreekster voornamelijk het transportverkeer en het massaal recreatie-
verkeer verstaat. Haar standpunt is en blijft voorlopig, dat zolang er nog
geen verkeersplan is, zolang er nog geen gegevens bekend zijn omtrent de
vraag welke wegen in Heemstede nu bestemd moeten worden voor het
doorgaande verkeer en welke voor het plaatselijke verkeer, men zo veel
mogelijk moet trachten het doorgangsverkeer, met name ook de César
Francklaan, maar ook voor de Johan Wagenaarlaan, te hinderen door be-
paalde belemmeringen in deze route op te nemen. In verband hiermede
vraagt spreekster of het nieuwe gedeelte van de César Francklaan zo
breed moet zijn als thans aangegeven staat op de tekening. Waarom kan
niet volstaan worden met de breedte van de rijweg van het gerecon-
strueerde deel, totdat er meer gegevens bekend zullen zijn over het ver-
keer dat van deze route gebruik zal maken en in afwachting van een ver-
keersplan voor Heemstede, waarin ook opgenomen zal worden de nog aan
te leggen agglomeratiewegen, die in de toekomst echter een belangrijke
rol zullen kunnen spelen bij de afwikkeling van het verkeer. Haars inziens
zou zeker de Johan Wagenaarlaan gespaard moeten blijven voor het inten-
sieve doorgangsverkeer en voornamelijk bestemd moeten worden voor het
plaatselijke verkeer en wel om de volgende redenen: le. om voorzover dit
nog niet gedaan is nogmaals een eiland te creëren in Heemstede; 2e. daar
er 2 kwetsbare groepen, namelijk kinderen en bejaarden, veel van deze
weg en de oversteekplaatsen gebruik zullen moeten maken, evenals de
middelbare scholieren die in de toekomst per fiets de Spaarne-scholen-
gemeenschap zullen gaan bezoeken, waarvan het schoolgebouw dicht bij de
brug gebouwd zal gaan worden. Haars inziens zou dit bovengenoemde doel
bevorderd worden door: le. zoveel mogelijk het vrachtverkeer, komende
van de Europalaan en het vrachtverkeer komende van de Dreef uit zuide-
lijke richting, te verhinderen de Johan Wagenaarlaan in te slaan en 2e. mo-
gelijkerwijze zou door middel van stoplichten regulerend kunnen worden
opgetreden ten aanzien van het vrachtverkeer maar ook misschien ten
aanzien van het recreatieverkeer. Verder levert de asfaltbestrating ook
nog wel een belangrijk bezwaar op, omdat het snelheid blijft suggereren.
Zij gelooft niet dat er aan te ontkomen valt, maar misschien kan door
middel van een boom- of groenbeplanting op de een of andere wijze het
snelheidsaangezicht van deze weg verminderd worden. Spreekster is dus
eigenlijk tegen enkele bepaalde belangrijke onderdelen van dit voorstel
maar niet tegen de aanleg van deze wegen op zich. Zij wil zich daarom
aansluiten bij de heer Van Tongeren en mevrouw Snoep om eventueel als
de verkeersavond geweest is, deze materie nog eens te behandelen.
De heer Van der Hulst verbaast zich enigszins dat blijkt, dat vele raads-
leden verrast zijn door de wegenaanleg zoals die op de tekening is aange-
geven. Spreker herkent in het wegenpatroon volledig wat ook in eerste
instantie in het vlekkenplan Schouwbroederpolder neergelegd was. Spre-
ker ziet in het geheel geen verschil, ook niet wat de breedte van de wegen
betreft alhoewel deze in dat vlekkenplan misschien niet zo exact naar vo-
ren zijn gekomen. Het is hem altijd bekend geweest dat de César Franck-
Iaan vanaf de brug een zeer brede verkeersader zou zijn en de doorgetrok-
ken Johan Wagenaarlaan iets minder breed, maar toch ook wel een aan-
zienlijke breedte zou krijgen. Het is geen enkele verrassing en in dat op-
zicht kan spreker zich bij de heer De Ruiter aansluiten en zeggen dat de
raad indertijd het vlekkenplan heeft aanvaard en op die vlekken juist ook