25 mei 1972
214
XIII. Plan voor ijsbaan nabij de Vrijheidsdreef (volgnr. 75)
De voorzitter deelt mede dat de commissies voor openbare werken en
voor volkshuisvesting zich met het voorstel kunnen verenigen.
Mevrouw Van Hoeken zegt dat de V.V.D.-fractie verheugd is over het
vragen om een krediet voor een ontwerp voor een nieuwe ijsbaan, omdat
dat weer een stap dichter bij de verwezenlijking van de ijsbaanplannen
brengt. Toch wil zij namens haar fractie enkele opmerkingen maken. Met
het college en nog vele andere Heemstedenaren is zij van mening dat het
landschapsschoon van Groenendaal door de aanleg van een ijsbaan niet mag
worden aangetast. Alle bouwsels en hekken zijn natuurlijk wegneembaar
te maken, zodat daarvan geen ontsiering te vrezen valt. Wel echter is van
belang dat de waterhuishouding op en om het terrein zodanig is dat de be-
staande vegetatie er niet onder te lijden heeft. Het gedurende enkele win-
termaanden onder water zetten van het terrein en het gedurende de rest
van het jaar draineren, zal vermoedelijk niet meer schade behoeven aan
te brengen dan het kappen van enkele bomen. Maar zekerheid daaromtrent
is er nog niet en zij verwacht daarom wel dat in het eindrapport van de
Heidemaatschappij aan dit punt aandacht wordt besteed. Behalve deze nu
nog niet uit te sluiten kans op aantasting van Groenendaal zijn er de ook
door het college genoemde planologische maatregelen die genomen moe-
ten worden voordat de ijsbaan verwezenlijkt kan worden. Deze beide on-
zekerheden zijn de reden dat binnen haar fractie de gedachte is gegroeid
dat het onderzoek dat volgens het voorstel van het college door de Heide-
maatschappij gedaan moet worden alleen aan het terrein aan de Vrij-
heidsdreef, vermoedelijk met zeer weinig meerkosten tegelijkertijd voor
het terrein ten oosten van de Fazantenlaan gedaan kan worden en aan
het ook door Openbare Werken onderzochte terrein ten noorden van de
Ringvaartlaan. Deze terreinen worden vermeld in een brief van Openbare
Werken aan het college van burgemeester en wethouders van 7 juni 1971,
naar aanleiding van de vraag om de terreinen te onderzoeken voor het
aanleggen van een ijsbaan. Spreeksters fractie stemt dus in met het hui-
dige voorstel en zij acht de plaats aan de Vrijheidsdreef op het ogenblik
de meest geschikte. Maar graag zou haar fractie een iets ruimer onderzoek
zien door de Heidemaatschappij, zodat eventuele tegenvallers met dit ene
terrein de verwezenlijking van de ijsbaan niet, om in schaatsjargon te
spreken, op de lange baan hoeven te schuiven. Graag wil spreekster de
mening van het college en van de raad hierover horen.
De voorzitter deelt mede dat er een brief is binnengekomen van de con-
tactcommissie voor natuur- en landschapsbescherming, waarin bezorgd-
heid wordt uitgesproken over de plannen en waarbij men hoopt dat met de
beoordeling van het onderhavige plan rekening zal worden gehouden met
haar bezwaren, die uiteraard op het terrein liggen van de natuur- en land-
schapsbescherming. Het college heeft nog geen kennis kunnen nemen van
de brief, maar in het kader van de planologische voorbereiding en juiste
afwikkeling van deze zaak, zal uiteraard ook voor de bezwaren in formele
zin maar ook opmerkingen van inwoners enz. zo veel mogelijk aan-
dacht en plaats moeten worden ingeruimd. Spreker meent dat in deze zin
dit stuk ook bij de verdere afwikkeling van het ijsbaanproject grote aan-
dacht zou kunnen krijgen.
De heer Van Tongeren verheugt zich over dit voorstel, alsook met de
toezeggingen die gedaan zijn in de commissie voor openbare werken dat
er beslist aan het landschapsschoon niet zal worden getornd en daarom
verbaast het spreker ook enigszins dat hier een aktiegroepje aan de gang
is geweest om handtekeningen te verzamelen. Hij vraagt zich af of dat
misschien heeft gelegen aan een toch niet goed overkomen van de plannen
die er bij het college, wat betreft de ijsbaan, leven. Spreker vraagt of het