VOORSCHRIFTEN, DEEL UITMAKENDE VAN HET BESTEMMINGSPLAN GELEERDENVVIJK- A HOOF'DSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. het plan1 het bestemmingsplan vervat in de sub 2 bedoelde kaart en in deze voorschriften, regelende de bestemmingen van gronden gelegen on- middellijk ten noorden van het landgoed Ipenrode en van gronden gelegen onmiddellijk ten oosten van de Leidsevaart; 2. de kaart de bij het besluit tot vaststelling van het plan behorende tekening no. 4.50C.1 met bijbehorende verklaring, waarop de in lid 1 bedoelde bestemmingen zijn aangegeven; 3. het plangebied het geheel van gronden water daaronder begrepen dat door de grens van het plan wordt omsloten; 4. het bouwperceel een aaneengesloten grondoppervlak water daaronder begrepen omvattende de grondslag van een gebouw, benevens de daaraan aan sluitende grond; 5. bebouwingsstroken de op de kaart blijkens de verklaring voor bebouwing bestemde grond- strook, waarvan de begrenzende lijnen nergens mogen worden over- schreden, behalve in gevallen in deze voorschriften voorzien; 6. bebouwingsgrens de begrenzende lijnen van de sub 5 genoemde bebouwingsstroken; 7. eengezinshuis een woonhuis bestemd en kennelij'k geschikt en ingericht voor de huis- vesting van ten hoogste één gezin; 8. bijgebouw een niet voor bewoning bestemd bouwwerk, behorende bij een een- gezinshuis, voor berging en/of stalling van voertuigen; 9. voorgevel een naar een weg gekeerde gevel van een gebouw; 10. aanliggend afgewerkt terrein de het gebouw omringende grond, welke geacht wordt te liggen op geiijke hoogte als de kruin van de weg waaraan wordt gebouwd, tenzij in bijzondere gevailen door burgemeester en wethouders anders wordt bepaald; 11. bouwen, gebouw, bouwwerk al hetgeen ingevolge artikel 1 van de Woningwet en artikel 1 van de Bouwverordening onder bouwen, gebouwen en bouwwerk moet worden verstaan. Artikei 2. Wijze van meten Waar in deze voorschriften gesproken wordt van:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 47