224 29 juni 1972 op de bodem te onderzoeken. Er is geen reden om te twijfelen aan de werkelijke wil om te zoeken naar een oplossing, en die zou wat het college betreft inderdaad voor het zwaar verkeer eerder kunnen worden losge- maakt en hevorderd dan de gehele complexiteit van verkeer door de Lanckhorstlaan, welk probleem niet van vandaag of morgen is, maar zo is wel eens de opstelling' wel eergisteren had moeten zijn opgelost. Het college streeft naar een werkelijke oplossing, die zich echter naar het oordeel van het college, in de zin van een Lanckhorstlaan als een leef- bare woonstraat, helaas nog niet aftekent. Maar wel dat aiie mogelijk- heden en daar is het coliege mee doende worden onderzocht om een verlichting van de situatie te verkrijgen. In die zin heeft het college de zaak o.a. ook aan Haarlem voorgelegd, waarbij tevens een wat ruimere problematiek heeft meegespeeld, omdat deze zaak ook in vroegere contac- ten, niet zozeer vanuit de Lanckhorstlaan zelf aan de orde gesteld, wel degehjk eens de revue is gepasseerd. Een voorlopige oplossing heeft het college dus voor eind mei niet kunnen realiseren. En het college stelt zich op het standpunt, met de wetenschap die het nu heeft, dat medewerking van de nabuurgemeente Haarlem noodzakelijk is. Om een voorbeeld te noemen zegt spreker dat borden op Heemsteeds gebied zinvol zijn, maar wil deze maatregel positief resultaat hebben, dan zuilen spreker neemt aan dat de Lanckhorstlaan evenzeer geplaagd wordt door verkeer van zuid naar noord als van noord naar zuid, er is geen reden om aan te nemen dat dat wezenlijk verschil uitmaakt er zeker ook borden op Haarlems grondgebied moeten staan met een zelfde soort aanbeveling om komende vanuit Veisen niet de Lanckhorstlaan door te g£ian met het zware verkeer. Dit vraagt om een samenspel. Spreker merkt op dat hij principieel van mening verschilt met de heer RUcker. Er is geen sprake van lijdelijkheid of gelatenheid, want het col- lege weet echt wel wat er in de Lanckhorstlaan aan de hand is, doch in deze fase behoeft Heemstede bepaald de medewerking van de nabuur- gemeente, die betrokken is bij die veerkeersafwikkeling. Spreker zou in- plaats van gelatenheid willen spreken van realiteitszin en zelfs heeft be- stuurlijke ethiek er iets mee te maken. Spreker zegt in het strikte belang van de Lanckhorstlaan-gedupeerden omdat men verder misschien een heel interessante maar niet zo erg constructieve periode ingaat met de nabuurgemeente dat hij persoonlijk geen positieve consequenties voor de bewoners ziet in het handelen buiten Haarlem om. Mevrouw Gaasterland heeft gevraagd hoe ver onze mogelijkheden ex lege reiken. Een afsluiting van een weg van een onbeperkte betekenis kan aiieen op grond van algemeen verkeersbelang; daar is ook nog een Konmklijk Besluit van 1968 dat daar op wijst. Nachtrust, hoe belang- njk ook voor allen, is daarvoor niet voldoende. Ook geluidshinder, dat men în het algemeen misschien ook milieuhinder zou kunnen noemen geeft juridisch geen mogelijkheden. De enige mogelijkheid is het geven van een aanwijzing, een voorkeursroute, een uiteraard door borden dus ook m de andere gemeente(n), aanbevolen route, doch wat zal men'daar pniicipe van kunnen verwachten? Spreker gaat die route uiteraard niet negatief beoordelen, maar acht het wel duidelijk dat een aanbevolen voor- keursroute als zodanig niet een juridische zwaarte draagt die men zo graag zou willen zien. Ook voor deze borden, welke betekenis men er op dit moment ook aan toekent is natuurlijk een grote mate van bekend- making op verschillende ingangs- en strategische hoeken belangrijk. Wat betreft de suggesties om Haarlem te activeren merkt spreker nogmaals °P in ,ilet persoonlijke vlak als een toezegging aan de raad kan mededelen, dat de reactie van Haarlem op zeer korte termijn is te ver- wachten. Tot de heer Kirschbaum zegt spreker dat het bepaald zo is, dat het er somber uitziet met betrekking tot de planning van het rijk, het verder

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 6