99 4e afd. 31 augustus 1972 SUBSIDIE NOORD-ZUID-HOLLANDSE VERVOER MAATSCHAPPIJ N.V. Heemstede, 26 juli 1972. Aan de Raad, In ons subsidievoorstel 1971 hebben wij u medegedeeld dat wij u een afzonderlijk voorstel zouden doen omtrent het verlenen van een subsidie aan de Noord-Zuid-Hollandse Vervoer Maatschappij N.V. in de kosten van het busvervoer in Heemstede. In de gemeentebegrotingen voor 1971 en 1972 is terzake (voorlopig) een bedrag van 25.000,geraamd. De directie van ide N.Z.H.V.M. heeft ons onder overlegging van diverse stukken, welke voor u ter inzage liggen, verzocht te bevorderen dat zo spoedig mogelijk een subsidie wordt verleend in de exploitatietekorten op de agglomeratielijnen voor zover de route hiervan binnen de grenzen van Heemstede ligt; dit zijn de lijnen 1/3, 4 en 71, alsmede de „schoolbus" Rivierenwijk-Wilhelminaplein v.v. Zoals bekend worden de exploitatietekorten op het lokaie vervoer en het agglomeratievervoer (d.i. interlokaal vervoer tegen lokale tarieven) de laatste jaren niet meer gedekt door oversehotten op de overige bedrijfs- activiteiten. Als oorzaken hiervan moeten worden genoemd de sterke daling van het aantal reizigers (welke uiteraard verband houdt met het toegenomen autobezit) en de grote stijging van lonen en sociale lasten, welke op een arbeidsintenisief bedrijf als een busonderneming relatief zwaar drukt. De nadelige resultaten kunnen door verhoging van de ta- rieven niet volledig gecompenseerd woraen. Sedert enkele jaren bestaat de mogelijkheid dat de vervoerbedrijven een rijksbijdrage ontvangen in de kosten van het streekvervoer. Sedert 1970 kunnen particuliere ondememingen die het lokale vervoer verzorgen, even- eens rijksbijdragen ontvangen; deze bijdragen dekken de tekorten echter geenszins. Met betrekking tot het lokale vervoer staat de regering trouwens op het standpunt dat de betrokken gemeenten de eerstaangewezenen zijn om te suhsidiëren. Gaat het subsidie evenwel de draagkracht van een ge- meente te boven, dan is de regering bereid een tegemoetkoming aan die gemeente te verlenen. Min of meer in afwijking van het draagkrachtprineipe gelden voors- hands enkele objectieve normen. Voor het verlenen van een tegemoet- koming aan die gemeenten over 1970 zijn blijkens de brief d.d. 29 oktober 1970 van de minister van Verkeer en Waterstaat de volgende uitgangs- punten vastgesteld: a. gemeenten die in 1969 subsldie hebben verleend aan autobusonder- nemingen die het lokaal vervoer verzorgen, komen in aanmerkmg voor een rijksbijdrage; b. het netto ten laste van de gemeente blijvende subsidie wordt gefixeerd op 0,75 per inwoner voor gemeenten tot 50.000 inwoners en op 1, per inwoner voor gemeenten met 50.000 tot 250.000 inwoners. Deze richtlijnen zullen waarschijnlijk ook de eerstkomende jaren nog gelden. De desbetreffende posten op de rijksbegrotingen zijn echter tot nu toe niet toereikend om het door de gemeente verstrekte subsidie na aftrek van /0,75, c.q. 1,per inwoner volledig te vergoeden. Voor de in 1972 te verlenen tegemoetkomingen zai het vergoedingspercentage waar- schijnlijk niet meer zijn dan 80. Blijkens het exploitatie-overzicht over 1971 bedroeg het tekort op boven-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 1