KatMiü
113 *e
4e afd.
31 augustus 1972
concreet antwoord op de vraag hoe op korte termijn een vermindering
kan worden verkregen van de verkeersoverlast welke de bewoners van de
Lanckhorstlaan ondervinden.
In verband met de ingebruikneming van rijksweg nr. 6 (in mei 1974)
zal deze overlast wat betreft het zware verkeer grotendeels nog tijdelijk
zijn.
De Haarlemse nota heeft betrekking op maatregelen welke voor langere
termijn nodig zijn. Uiteraard zal hierover nog uitvoerig overleg moeten
worden gepleegd.
Volgens een zeer globale schatting zulien deze maatregelen voorzienin-
gen op het grondgebied van onze gemeente vergen, waarvan de kosten in
de orde van grootte van /.4.000.000,liggen.
Alleen reeds gelet op dit bedrag is het duidelijk dat die voorzieningen
voor de bewoners van de Lanckhorstlaan nlet tijdig soelaas zullen geven.
De enige oplossing welke naar ons oordeel wel op korte termijn dus b.
tijdig kan worden gerealiseerd, is de omleiding van het vrachtverkeer
in de richting oost-west via de Spanjaardslaan.
Wij geven U in overweging ons te machtigen terzake met burgemeester
en wethouders van Haarlem en met de hoofdingenieur-directeur van de
Rijkswaterstaat overleg te plegen.
Mocht ook ten behoeve van genoemde omleiding een wijziging nood-
zakelijk zijn van het kruispunt Spanjaardslaan/Zuiderhoutlaan-Fontein-
laan, dan behoeft het naar ons oordeel niet uit te sluiten dat de gemeente
Heemstede in de kosten hiervan een bijdrage verleent. De
Wat betreft de langere termijn-problematiek zou ons college eveneens
met het gemeentebestuur van Haarlem besprekingen willen voeren.
Hierbij zuilen behalve de nota-Haarlem, het streekwegenstramien in zijn
totaliteit en het I.S.K. standpunt terzake tegen de achtergrond van het
streekplan o.i. aan de orde dienen te komen.
De Verkeerscommissie en de commissie voor Openbare Werken hebben
zich in een gezamenlijke vergadering met het hiervoor omschreven stand-
punt akkoord verklaard.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.
De burgemeester,
W. H. D. Quarles van Ufford.