115 2e afd. 28 september 1972 Artikel 5. Indien geldneemster het aan rente of aflossing verschuldigde niet op tijd en overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zal hebben voldaan, zal zij aan geldgeefster betalen, als boete, een bedrag gelijk aan negen ten honderd per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheid. Het onafgeloste deel van het bedrag der lening is, met de rente en de kosten, onmiddellijk opeisbaar bij niet-nakoming door geldneemster van één of meer der in deze akte vermelde bepalingen of aangegane verbinte- nissen, tenzij geldneemster, na door geldgeefster aan haar verplichtingen te zijn herinnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst dier her- innering het verschuldigde, vermeerderd met de boete, voldoet eniof haar overige verplichtingen alsnog nakomt. Geidneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen van het in het vorig lld bedoelde geval van onmiddellijke opeisbaarheid, alsof zij bij bevel of andere soortgelijke akte ware in gebreke gesteld. De belastingen, wélke van de rente der lening ge'heven mochten worden, komen ten laste van geldneemster. Alle kosten en rechten van deze akte, van de schuldbekentenis en van de maatregelen, welke geldgeefster mocht nemen tot behoud of ter uit- oefening harer uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten, zijn voor rekening van geldneemster. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Heemstede, 28 september 1972. De secretaris, De Raad voomoemd, De voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 3