299 28 september 1972 om of deze wegen, al of niet met prima wegdek, veilig kunnen zijn in hun nieuwe rol, en daar worden toch deze voorzieningen voor getroffen. De heer Van Tongeren heeft naar voren gebracht dat Heemstede gevaar zou lopen om een zuidelijke stadsrandweg voor Haarlem aan te leggen. Spre- ker zegt de heer Van Wijk heeft hierover reeds het een en ander ge- zegd dat volgens de deskundigen, niet alleen van Haarlem, maar ook m het rapport agglomeratie-verkeersonderzoek van Haarlem, de zuidelijke stadsrandweg een zô belangrijke rol zal vervullen en zal moeten vervullen en zo spoedig mogelijk zal dienen te vervullen, ook al zal dat veel geld kosten, dat die niet door een vergelijkbare verkeersoplossing kan worden overgenomen. Spreker meent dat dit voor de langere termijnplanning, ook in ons contact met Haarlem, een zeer belangrijk gegeven is. Het co'llege deelt de mening van de heer Van Tongeren dus bepaald niet. Ware dat wel zo, dan zou het gehele voorstel naar het oordeel van het college daarmede zijn veroordeeld. Wethouder Willemse merkt met betrekking tot de vraag van de heer De Ruiter inzake de nachtverlichting op dat dit enigszins moeilijk te beant- woorden is. Spreker kan op dit moment niet beamen noch ontkennen of de veel grotere lichtopbrengst, die men straks met de nieuwe armaturen en de verhoogde palen op de César Francklaan inderdaad gaat krijgen, zo nadelig voor de mensen zou werken dat men hier hinder van ondervindt De hoogte van de lichtmasten zal niet zo veel uitmaken, omdat de huidige palen ook reeds 7 meter hoog zijn en de meeste slaapkamers zich zeker met op een grotere hoogte bevinden. Wat wel verschil geeft is dat op het ogenbhk per armatuur maar 1 x 125 Watt aanwezig is, hetgeen straks X .?5°,Watt &aat worden; de lichtopbrengst wordt dus inderdaad verveel- voudigd. De moeilijkheid is echter dat hiervoor een bepaald soort fabrieks- armaturen moeten worden gebruikt die nu eenmaal een standaardfabrikaat zijn En als de heer De Ruiter dan met de suggestie komt om de achter- kant van een armatuur af te schermen, dan kan dat niet van fabriekswege gebeuren, omdat deze armaturen slechts in één type worden vervaardigd dat zou dus eventueel door de technische dienst van ons bedrijf moeten gebeuren. De vraag is natuurlijk wel, wanneer men dus gaat wijzigen aan zon armatuur, hoe dan de lichtopbrengst wordt. Spreker wijst er overi- gens op dat men de bewoners alleen maar zou kunnen beschermen aan de zijde waar men de achterkant van de armaturen afschermt want de mensen die er tegenover wonen krijgen toch in ieder geval wel dat licht- beide kanten kan men niet afschermen, want dan zou men een totaal an- dere lichtopbrengst krijgen. Spreker stelt voor de gekozen armaturen aan te brengen en af te waehten of er inderdaad hinder van wordt ondervon- den, want anders zou men nu gaan experimenteren zonder dat men deze masten en armaturen in de praktijk heeft kunnen testen. Bij gebleken hin- zou bedrijf dan eventueel toch een eigen voorziening hiervoor moeten proberen te maken. De heer De Ruiter merkt op dat in de commissie voor de bedrijven de vraag is gesteld of er bij de keus van de armaturen rekening is gehouden met de vraag of hier eventueel overlast voor de omwonenden uit kan ont- staan De directeur van de bedrijven heeft dat toen ontkennend beant- woord. Op grond daarvan meent spreker dat dit een punt is dat nog best in een beschouwmg kan worden betrokken. Uiteindelijk staan de palen er morgen bepaald nog niet, zodat dan met een verlichtingsdeskundige van Phuips of AEG terdege overleg kan worden gepleegd of er armaturen in de handel zijn die aan dezelfde vereisten voor de verlichting van de weg voldoen, maar niettemin het hindereffect wat zouden kunnen matigen. Licht schijnt als regel naar beneden, dus wat dat betreft is het ook logisch dat men met een paal van 9 meter vaak meer overlast heeft dan met een Paal van 7 meter. Maar afgezien daarvan gaat het spreker nu niet om de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 14