289
28 september 1972
V. Verbouwing van het raadhuis (volgno. 119).
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor openbare werken zich
met het voorstel kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VI. Reconstructie Raadhuispiein (voigno. 117).
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor openbare werken zich
met het voorstel kan verenigen, en dat de commissie voor de gas-, water-
en elektriciteitsbedrijven het volgende advies heeft uitgebracht:
,,Algemeen was de commissie van oordeel, dat de verlichting van het ter-
rein ten oosten en ten zuiden van het bestaande raadhuis anders dient te
zijn dan nu het plan is. Gedacht werd aan lantaams van een oud type, met
een hoogte van b.v. 3 meter in plaats van 4 meter en aan méér lantaarns.
m verband met het uiterlijk van het bestaande raadhuis en met ge-
noemd terrein, hetwelk als ,,wandelgedeelte" wordt aangemerkt."
Wethouder WUlemse meent dat het een bijzonder goede suggestie is
geweest van de commissie en neemt aan dat de architect hier ook zeer ge-
voelig voor zal zijn. Spreker gelooft dat er inderdaad meer këus is dan
hetgeen destijds aan het college is getoond. Spreker gelooft dat het colle-
ge deze suggestie ook wei wil aanvaarden en medezoeken naar een ver-
ichting die meer overeenkomt met de gedachten en de suggesties van de
commissie.
De voorzitter neemt aan dat het dan de bedoeling zal zijn dat het nog
eens în de commissie aan de orde zal komen.
Wethouder Willemse: „Ja zeker."
De heer Van Tongeren vindt dat de secretaris van de commissie het oor-
deel van de commissie goed heeft weergegeven. Spreker wil er nog even
bij vermelden dat het aantal lichtpunten zoals in het advies vermeld
vermeerderd moet worden, in verband met de mindere lichtopbrengst
maar mede ook om dat plein voor het raadhuis daardoor een beetje af te
bakenen met bijvoorbeeld oude gietijzeren lantaarns. Men krijgt daar-
door meer de beslotenheid als men daar in plaats van 4 zoals nu gepland
is, desnoods 10 van die lantaarns plaatst, die spreker elders ook wel eens
gezien heeft van het raadhuisplein.
De heer Van der Hulst merkt op dat in de commissie voor openbare
werken al îs gebleken dat de raad met het voorstel als zodanig wel geluk-
kig kan zijn, want mede de tuin aan de zuidzijde van het Raadhuisplein
wordt nu geheel bij de plantsoenen getrokken. Er zijn in de commissie
toch ook nog wel enkele opmerkingen gemaakt die spreker wel graag even
wi) memoreren, en dat is met name dat in de gehele opzet er duideliik
naar îs gestreefd om het Raadhuisplein zelf auto-vrij te krijgen. Dat is
gelukt dacht spreker; alleen als zich een stoet naar het raadhuis begeeft
zal dm dus van de wegen die naar de ingang leiden gebruik maken, maar
voor de rest îs er geen parkeergelegenheid. Spreker heeft in de commis-
sle wel duidelijk gezegd dat hij toch betreurt dat de parkeergelegenheid
nu gezocht zal moeten worden, althans voorlopig, en dat voorlopb' zal
zeker nog wel voor jaren zijn, aan de Raadhuisstraat. Daarbij wil spreker
wel voor de duidelijkheid zeggen dat het trottoir aan de oostzijde zeker
niet versmald zal worden. Door de asligging van de Raadhuisstraat ten
opzichte van de Valkenburgerlaan aan elkaar te koppelen kan een par-
keerhaven worden gemaakt, zonder het trottoir aan de oostzijde van de
Raadhuisstraat te versmallen. Dat is op zich wel gelukkig, doch spreker
acht het mmder gelukkig dat de auto's nu toch voor een deel verplicht
zullen zijn om aan de Raadhuisstraat, en dan tegenover het, naar spre-