28 september 1972
294
hebben. De reactie van het colleg-e indertijd gaf hoop. De raadsleden moch-
ten hun suggesties inzenden en er zou een voorlichtingsavond komen. Men
zou dan verwachten dat voorlopig rustig en voorzichtig het beleid wordt
uitgestippeld tot er volledige klaarheid is omtrent de noodzaak van be-
paalde verkeersaders. Echter plotseling wordt een week vöör de voorlich-
tingsavond de enorm brede César Francklaan in de Schouwbroekerpolder
op de agenda geplaatst en dat terwijl de suggesties, die in de maand maart
zijn ingediend, nog niet eens zijn besproken. De oplossing van het college
is zeker een mogelijkheid, maar er zijn toch wel veel bedenkingen. Be-
zwaren ten aanzien van het woonklimaat, de woonomgeving, het karakter
van de woonwijken voornamelijk, maar zelfs ook nog van verkeers-tech-
nische aard. Voor spreker heeft het echter weinig zin om daar op dit
moment uitvoerig op in te gaan; verschillende andere leden van de raad
hebben dit al gedaan. Er zijn ook andere oplossingen mogelijk, oplossin-
gen in een groter geheei gezien. De gedane suggesties in maart geven die
aan. Hoewel het naar sprekers mening weinig zin heeft om hier een expo-
sé van de verkeersplanning te gaan geven, wil spreker één basisgedachte
noemen, namelijk de verkeersspreiding of verkeerseoncentratie. In spre-
kers visie moet de Johan Wagenaarlaan geen verkeersader worden. Deze
laan doorsnijdt een woongebied dat te klein is om verdeeld te worden. De
wooneilanden moeten van een behoorlijke omvang zijn en het verkeer moet
geconcentreerd door de gemeente worden geleid, hetgeen dus in tegen-
stelling is met wat de heer De Ruiter stelde. De doodlopende speelstraten
kunnen dienen om de wooneilanden rustig te houden. Volgens spreker
maakt dit een integrerend bestanddeel uit van een plan dat men maakt en
daarom kan spreker zich ook nauwelijks voorstellen dat de heer De Ruiter
stelt; de afsluiting van de Franz Schubertlaan mag best nog eens ter dis-
cussie komen. Spreker meent dat men eerst een duidelijk plan moet heb-
ben van wat men wil gaan reaiiseren en dat men dan pas vooral als het
om zulke grote bedragen gaat deze voorstellen in de raad gaat goed-
keuren. Voor de Johan Wagenaarlaan zijn wellicht nog andere mogelijk-
heden door een grovere verkeersstructuur, waardoor de ieefbaarheid veel
minder wordt aangetast.
De reconstructieplannen voor de César Francklaan verbazen spreker
eigenlijk nog meer. Deze weg is namelijk zeer breed op dit moment 14
meter en heeft een prima wegdek. Spreker kan zich niet voorstellen dat
zoiets al afgeschreven is of om andere redenen vernieuwd zou moeten
worden; het is een prachtige weg op dit moment met een goed trottoir van
5 meter breed aan beide zijden. Spreker kan zich er niet mee verenigen
dat dit zal moeten worden weggehaald en dat daar dan 24 cm asfalt op
moet komen. Volgens spreker zou de enige oplossing op dit moment wel
zijn om daar een fietsstrook aan te brengen en het voor de rest zo te laten.
Spreker meent dat men wel kan stellen dat Heemstede op dit moment
met de César Francklaan de zuidelijke stadsrandweg voor Haarlem aan-
legt. Spreker voelt zich machteloos en moedeloos, want het heeft werke-
lijk geen zin meer om te praten over een verkeersplan voor Heemstede op
dit moment. Het heeft ook nauwelijks nog zin om te praten over de sug-
gesties die zijn binnengekomen en over een verkeersplan, omdat er reeds
zoveel is vastgelegd. Om deze redenen verklaart spreker zich tegen deze
voorstelien.
Wethouder Van Wijk meent dat allen het er wel over eens zijn dat
Heemstede met deze plannen grote offers gaat brengen. Dat hier lang en
breedvoerig over is gedacht en gediscussieerd, dat er deskundigen zijn
ingeschakeld en dat de burgerij inspraak heeft gehad acht spreker een
goede zaak. Dat de raadsleden het niet allemaal eens zijn, is een mense-
lijke zaak en dat een voorstander in deze nooit 100 voorstander is, zoals
een tegenstander en dat bemerkt men al uit het betoog van de heer Van