129 4e afd. 26 oktober 1972 STRUCTUURSCHETS VOOR DE BESTUURUIJKE INDEUING IN NOORD-HOUUAND Heemstede, 4 oktober 1972. Aan de Raad, 1. Inleldin'g Bij brief van 27 juni j.l. hebben gedeputeerde staten van Noord-Holland U een nota structuursehets voor de bestuurlijke indeling in Noord-Holland toegezonden met het verzoek vöör 1 november a.s. Uw eventuele reac- ties op de door hen gedachte gewestelijke gebieden schriftelijk kenbaar te maken. Wij hebben Uw leden een exemplaar van de nota toegezonden. De nota geeft in hoofdstuk I een goede samenvatting van het kader waarin de structuurschets naar de opvattingen van de regering en van gedeputeerde staten een functie zal moeten vervullen. In hoofdstuk H worden aan de hand van de belangrijkste stukken die daarover zijn verschenen, beschouwingen gegeven over gewestvorming. Met name in de paragrafen 6 en 7 vermelden gedeputeerde staten hun zienswijze op een aantal aspecten daarvan. In de hoofdstukken m en IV worden beschouwingen gewijd aan de wijze waarop het onderzoek, dat tot deze ontwerp-structuurschets heeft geleid, krachtens de ministeriële richtlijnen behoorde plaats te vinden. In hoofdstuk V tenslotte vindt U een toelichting op de door het pro- vincie-bestuur voorgestane mogelijkheden tot gewestelijke indeling, zoals die op de kaarten 1 en 2 achter in de nota, zijn aangegeven. Het is verleidelijk, na kennisneming van deze goed leesbare en inhoud- rijke nota, uitvoerig in te gaan op de gewestvorming in algemene zin. Ook zouden U en wij uitvoerige verhandelingen kunnen houden over aspecten als de noodzaak van „gewestvorming van onderop", het ver- warringgevende begrip „vierde bestuurslaag", de te betreuren onzeker- heden ten aanzien van de toekomstige wettelijke voorschriften omtrent taak en bevoegdheden van de gewesten, de meest gewenste wijze van ver- kiezing van de leden van een gewestraad, de financiën, de wijze van voor- bereiding van dit ontwerp voor de structuurschets en wellicht nog andere facetten. Voor vrijwel elke zienswijze immers zijn in de overdadige stroom literatuur en in de vele aan dit onderwerp gewijde congressen, lezingen en vergaderingen wel aanknopingspunten en motiveringen te vinden. Een dergelijk commentaar op de nota achten wij in dit stadium overbo- dig en speculatief. Overbodig omdat de colleges en de raden van de gemeenten die in het gewest Kennemerland samenwerken, in 1971 en ook dit jaar bij de be- sluiten tot het aangaan van de gewestregeling ruimschoots gelegenheid hebben gehad tot het geven van hun zienswijzen omtrent deze materie. Speculatief omdat omtrent de vermoedelijke inhoud van een gewestwet en andere wettelijke regelingen terzake nog wij formuleren dit voor- zichtig en mild zeer grote onzekerheden bestaan. Een discussie in Uw raad omtrent die aangelegenheden zou dan ook neerkomen op herhalingen van hetgeen reeds in vele toonaarden is ge- zegd en op het kenbaar maken van op zichzelf alleszins redelijke wensen die in het licht der geschetste omstandigheden bij ontstentenis van wet- telijke regelingen tenderen naar wensdromen. Naar ons oordeel is het weinig zinrijk, aan repetities en speculaties thans arbeid en tijd te besteden. Daarmede willen wij geenzins afbreuk doen aan de betekenis van de door gedeputeerde staten gegeven be- schouwingen. Door zulks achterwege te laten doen wij ook niet te kort aan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 37