ÜHP Jm^vJIwI 129 4e afd. 26 oktober 1972 in de diverse regio's duidelijk bezig is vorm te krijgen zowel op maat- schappelijk als op bestuurlijk gebied" (zie pag. 36). Gedeputeerde staten zeggen daarvan dat dit proces van regionalisering een stuk realiteit is waar niet omheen kan worden gegaan. Een dergelijke indeling van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarn- woude in twee gewesten verdraagt zich niet met de keuze van de zes (Zuid-) Kennemergemeenten die na ampele overwegingen tot stand is ge- komen en die in de gemeenschappelijke regeling „gewest Kennemerland" is neergelegd. Wij betreuren dat gedeputeerde staten die zienswijze niet delen. Deze op eigen kracht tot stand gekomen en goedgekeurde bestuur- lijke indeling dier gemeente in het gewest Kennemerland doet alle recht wedervaren aan de ook door gedeputeerde staten (op pag. 42 op één na laatste alinea) onderkende maatschappelijke en bestuurlijke verweven- heden met de andere Zuid-Kennemergemeenten. Ook vice versa zijn die verwevenheden aanwezig. Gedeputeerde staten hebben voor die indeling van Haarlemmerliede en Spaarnwoude in twee gewesten twee argumenten aangevoerd, te weten de deelfunctie die deze gemeente in het zeehavengebied van Amsterdam vervult (zal gaan vervullen ware beter geweest) en de omstandigheid dat naar hun inzicht de dubbelkem Halfweg/Zwanenburg met Badhoevedorp, Boesingheliede en Lijnden een onderdeel vormt van het Amsterdamse leef- milieu. Wat het eerste argument betreft kan worden opgemerkt, dat gedepu- teerde staten zelf reeds in hun nota van 11 april 1967, gericht aan pro- vinciale staten, er op hebben gewezen, dat de zich in het gehele Noord- zeekanaalgebied voordoende gemeenschappelijke problemen zoals ha- venbeheer, vestiging van basisindustrieën eventueel kunnen worden toe- vertrouwd aan een door de betrokken bestuurseenheden te vormen haven- en industrieschap. In hun brief van 5 januari 1971, afd. 1, nr. 181, hebben zij dit standpunt nogmaals onder de aandacht van de Staatsseeretaris van binnenlandse zaken gebracht. Het tweede argument (het deel uitmaken van het Amsterdamse leefmilieu) duidt op een maatschappelijke betrok- kenheid. Wij mogen in herinnering roepen dat in het rapport ,,Het onder- zoek naar een aantal regionaal optredende maatschappelijke en bestuur- lijke samenhangen", dat medio december onder verantwoordelijkheid van gedeputeerde staten is uitgebracht, op blz. 23 van deel I de expliciete ver- klaring voorkomt dat de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude ma.atschappelijk ên bestuurlijk gesproken tot de regio Zuid-Kennemerland (centrum: Haarlem) behoort. (Zie kaarten A en B na pag. 19 van de voor- liggende ontwerp structuurschets.) Uiteraard is het ons niet ontgaan dat dit rapport werd uitgebracht in het kader van de eerste fase van de voor- bereiding van de structuurschets, die betrekking had op de zgn. indica- tieve elementen. Het had dan ook voor de hand gelegen dat de in de kaar- ten 1 en 2 van de ontwerp-structuurschets voorgestelde belangrijke af- wijking ten opzichte van de resultaten van de le fase gemotiveerd zou zijn met de resultaten van de 2e fase, die van de zgn. normatieve elementen. Daarvan is echter in het onderhavige stuk geen spoor te ontdekken. Ge- deputeerde staten voistaan met de constatering dat de maatschappelijke betrokkenheid van het dorp Halfweg op Amsterdam naar hun oordeel be- staat. Gedeputeerde staten hebben ons dan ook niet. kunnen overtuigen van de noodzaak en de juistheid van bedoelde indeling van Haarlemmer- liede en Spaamwoude in twee gewesten. Daartegen pleit onzes inziens ook nog de omstandigheid dat de buffer- functie van het Recreatiegebied Spaarnwoude in bestuurlijk opzicht het best kan worden veilig gesteld door ongedeelde handhaving van Haarlem- meriiede en Spaarnwoude binnen het gewest Kennemerland. Daarmede wordt onzes inziens een belang van bovenregionale betekenis gediend. Op bovenomschreven gronden wijzen wij een bestuurlijke indeling van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 39