129 4e afd. 26 oktober 1972 ding-in-de-tijd te vertalen in een scheiding in twee afzonderlijke gewesten. Alvorens tot een conclusie te kunnen komen menen wij in dit kader nog enige algemene opmerkingen te moeten maken. Het laat zich aanzien dat op een of andere wijze een gewest Groot- Amsterdam in deze provincie zal worden gevormd. Dit gewest zal, hoe de begrenzing daarvan ook zal zijn, zwaar en invloedrijk zijn. Dit zou, in- dien daamaast slechts relatief kleine gewesten zouden worden gefor- meerd, in bestuurlijk opzicht een evenwichtige indeling van de provincie verstoren. Een evenwichtige indeling van de provincie achten wij zeer ge- wenst om al te grote onderlinge verschiilen in zwaarte te voorkomen. Daarbij dient onzes inziens meer gelet te worden op het maatschappe- lijke en bestuurlijke gewicht van een gewest dan op het daarbij betrok- ken aantal hectaren. In dit verband spreekt ons zeer aan hetgeen gedepu- teerde staten op pag. 39 in de 3e en 4e alinea opmerken, zonder dat wij daarbij een voorkeur uitspreken voor zeer grote gewesten mini-provin- cies), die blijkens pag. 40 ook voor gedeputeerde staten onaanvaardbaar zijn. Ook landeiijk tekent zich, niet in het minst om redenen van equipage, outilage en efficiency, de neiging af om te komen tot middelgrote en zelfs grote gewesten met een somtijds belamgrijk aantal Inwoners in gebieden met een veelal zeer verschillend karakter en taakstelling. Het lijkt ons voor het provinciebestuur moeilijk te verdedigen dat op een dergelijke landelijke tendens door de vorming van relatief kleine gewes- ten in Noord-Holland een uitzondering wordt gemaakt. Om de hierboven omschreven redenen en op grond van de ons zeer aan- sprekende stelling van gedeputeerde staten dat zij aansluiting zoeken bij ,,datgene wat in de regio's duidelijk bezig is vorm te krijgen", menen wij dat in de structuurschets het gewest Kennemerland naast de zes (Zuid-) Kennemergemeenten de gemeente Velsen, Heemskerk, Beverwijk, Uitgeest en Castricum dient te omvatten. 5. 11aarlcmmermeer en de Zuid-Hollandse gemeenten Thans wiilen wij de kaarten 1 en 2 bezien voor wat betreft de suggesties ten aanzien van de indeling op beide kaarten van gedeelten van de ge- meenten Haarlemmermeer, Voorhout, Noordwijkerhout en Noordwijk en van de gehele gemeenten Hillegom en Lisse. Wij menen te moeten op- merken dat de stippellijnen op de kaarten die vier van deze zes gemeen- ten doorsnijden, de gedaehten van gedeputeerde staten giobaal weerge- ven. 5.1 De Zuid-Hollandse gemeenten Nog minder dan globaal is de motivering in de nota voor de indeling van die Zuid-Hollandse gemeenten of gedeelten daarvan bij het gewest Ken- nemerland. Slechts op pag. 43 worden zij, en niet eens met name, ge- noemd. In bijiage II worden enkele dier gemeenten in de tabellen ver- meld. De algemene ervaring van de gemeentebesturen in Zuid-Kennemerland is dat met deze gemeenten weinig of geen bestuurlijke relaties en contacten bestaan. Gemeenschappelijke regelingen en andere uitingen van bestuur- iijke verwevenheden en contacten tussen de Kennemergemeenten en de genoemde gemeenten in Zuid-Holland zijn dan ook uiterst spaarzaam en incidenteel tot stand gekomen. Veel aanwijzingen dat daarin verandering zal komen hebben zich nog niet aangediend. Onder die omstandigheden zou het niet van werkelijkheidszin getuigen indien wij voetstoots een indeling zouden voorstaan waarin de Zuid-Hol- landse gemeenten in het gewest Kennemerland zouden zijn begrepen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 42