129
4e afd.
26 oktober 1972
5.2 Haarlemmermeer
Op pagina 16 van hun nota noemen gedeputeerde staten Haarlemmer-
meer het lastigste geval bij het samenstellen van regio's. Aan die ge-
meente wordt in het rapport dan ook buitengewoon veel aandacht ge-
schonken (pagina's 16, 38, 42, 43, alsmede bijlage n).
Wij willen volstaan met te constateren dat er over en weer maatschap-
peiijke verwevenheden bestaan tussen de gemeenten die in het gewest
Kennemerland samenwerken en de IJmondgemeenten enerzijds en belang-
rijke delen van Haarlemmermeer anderzijds.
Maatschappelijke relaties tussen andere delen van die gemeente met de
Amsterdamse invloedssfeer en ook met die van Leiden zijn echter ook aan-
getoond.
In bestuurlijk opzicht domineren de relaties met Haarlem en omgeving
en met die van de IJmond boven de relaties met gemeentebesturen in de
Amsterdamse agglomeratie. De samenwerking van Haarlemmermeer in
het verbamd van de intergemeenteiijke samenwerking in Kennemerland
sedert 1960 is daarvan meer dan een formeel bewijs.
Het gemeentebestuur van Haarlemmermeer heeft kennelijk moeilijk een
keuze kunnen maken tussen het Gewest Kennemerland en een eventueel
te vormen gewest Groot-Amsterdam. Het wees enerzijds Groot-Amsterdam
af, doch nam anderzijds nog geen besluit omtrent deelneming in het Ge-
west Kennemerland. Wel bracht het bestuur dier gemeente een gesprek
op gang met de bovengenoemde Zuid-Hollandse gemeenten Hillegom, Disse
Noordwijkerhout, Noordwijk, Voorhout alsmede Sassenheim, Alkemade,
Leimuiden en het Noord-Hollandse Aalsmeer over de vorming van een zo-
naal gewest. Op pagina 43 (3e alinea) duiden gedeputeerde staten zelf
ook op die mogelijkheid.
Daarmede wordt voor dit gebied de nodale toetsing ondergeschikt ge-
maakt aan het die gemeenten samenbindende aspeet van ,,het behoren
van dit gebied bij het zgn. „Groene Hart van Holland", waar verstedelijking
zoveel mogelijk moet worden voorkomen.
Gedeputeerde staten doen daarover vooralsnog geen uitspraak, maar
stellen deze vraag wel ter discussie, waarbij het voor dat college echter
vaststaat dat het noordoostelijk deel van Haarlemmermeer in het gewest
Groot-Amsterdam thuis hoort (pag. 43, 3e alinea).
Wij stellen voorop dat het naar ons oordeel een voor de hand liggende
zaak is dat de wederkerige relaties van veel woonkemen van Haarlem-
mermeer en van Kennemerland zoveel mogelijk in de bestuurlijke indeling
worden gehonoreerd.
Naar ons oordeel is, gelet op de enorme problemen die de andere door
gedeputeerde staten genoemde oplossingen veroorzaken, een indeling van
die gemeente in een zonaal meren- en bollengewest een redelijk goede
oplossing.
Die oplossing doet in elk geval recht wedervaren aan de typische ge-
steldheid en aan de hoofdfunctie van Haarlemmermeer (groene hart).
Ter wille van de duidelijkheid stellen wij met nadruk dat een indeling
van die gehele gemeente bij een te vormen gewest Groot-Amsterdam (zo-
als in een voorontwerp van wet wel eens is gesuggereerd) in onze ogen
een onaanvaardbare bestuurlijke constructie zou zijn, waarvan wij bijzon-
der groot nadeel duchten voor het woon- en leefklimaat in Kennemerland
en voor het bestuurlijke evenwicht in het zuidelijk deel van deze provin-
eie. Indien om welke reden dan ook de vorming van een meren- en bol-
lengewest geen doorgang zou kunnen vinden, achten wij voor dit gebied
de meest aanvaardbare oplossing:
indeling van Haarlemmermeer in het Gewest Kennemerland. Zonodig zou
een functionele regeling (een luchthavenschapvoor het noordoostelijk
deel dier gemeente, waarin ondermeer Amsterdam zou kunnen participe-