2. De ingevolge het eerste lid toelaatbare bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna ge- geven nadere aanwijzingen: a. de horizontale afmetingen van de gebouwen mogen gelijk zijn aan de uit de kaart blijkende of daaruit af te leiden afmetingen van de terreinen; b. de gebouwen mogen vrijstaand of aaneen worden gebouwd; c. de gebouwen mogen in de erfscheiding worden gebouwd; d. de voorgevelbreedte van een dienstwoning moet tenminste 6.00 m bedragen; e. de inhoud van een dienstwoning mag niet minder dan 150 m3 be- dragen; f. garageboxen en bergplaatsen moeten in de andere gebouwen worden ondergebracht. Artikel 8. Parkeergarage (P). 1. De gronden met de bestemming parkeergarage zijn bestemd voor de aanleg en/of bouw van parkeerplaatsen in 2 lagen. 2. De ingevolge het eerste lid toelaatbare gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met inaehtneming van de op de kaart en de hiema gegeven nadere aanwijzingen: a. de horizontale afmetingen van de parkeerplaats mogen gelijk zijn aan de uit de kaart blijkende of daaruit af te leiden afmetingen van het terrein; b. de hoogte van een gebouwde parkeerplaats mag ten hoogste 5.00 m bedragen. Artikel 9. Recreatie (R). 1. De gronden met de bestemming recreatie zijn met inachtneming van de subbestemmingen bestemd voor de bouw van een gymnastieklokaal en voor speelveld. 2. De ingevolge het eerste lid toelaatbare bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna gegeven nadere aanwijzingen: a. op het terrein met de subbestemming zaalsport mag ten hoogste één gebouw worden gebouwd; b. de horizontale afmetingen van het onder a genoemde gebouw mag gelijk zijn aan de uit de kaart blijkende of daaruit af te leiden af- metingen van het terrein; c. op de gronden met de subbestemming speelterrein mogen uitslui- tend speelwerktuigen met een max. hoogte van 3.00 m worden ge- bouwd. Artikel 10. Verkeer. 1. De gronden met de bestemming verkeer zijn bestemd voor de aanleg van verkeerswegen, parkeerplaatsen, fiets- en voetpaden, alsmede voor de aanleg van de daarbij behorende bermstroken, taluds en beplantingen. 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd viaducten, duikers, bruggen en andere met de bestemming verband houdende bouwwer- ken, die geen gebouwen zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 11