151
4e afd.
30 november 1972
b. één vertegenwoordiger van de ouders per deelnemende gemeente,
aan te wijzen ult en door de schoolraad;
c. twee vertegenwoordigers, aan te wijzen door de gezamenlijke be-
sturen van de deelnemende protestants-christelijke scholen per ge-
meente, waarvan één uit de ouders;
d. twee vertegenwoordigers, aan te wijzen door de gezamenlijke be-
sturen, van de deelnemende rooms-katholieke scholen per gemeente,
waarvan één uit de ouders;
e. twee vertegenwoordigers, aan te wijzen door de gezamenlijke be-
sturen van de deelnemende bijzondere neutrale scholen per gemeente,
waarvan één uit de ouders;
f. twee vertegenwoordigers, te benoemen door de Algemene Raad van
de Stichting voor Geestelijke Volksgezondheid in Noord-Holland.
2. De benoeming en het ontslag van de in lid 1 bedoelde bestuursleden
geschiedt door de raad van de gemeente Heemstede.
Een aanwijzing, bedoeld in het vorige lid, kan te allen tijde worden
ingetrokken en vervangen door een andere aanwijzing.
3. Voor de in het eerste lid bedoelde vertegenwoordigers kunnen tevens
piaatsvervangende vertegenwoordigers worden aangewezen.
4. De vertegenwoordigers, als bedoeld in het eerste lid of de plaatsver-
vangende vertegenwoordigers, als bedoeld in het derde lid treden af in
de maand waarin zij de leeftijd van zeventig jaar hebben bereikt.
5. De leden en de plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur
hebben zitting gedurende een periode van vier jaren.
6. Een lid of een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur kan te
allen tijde zijn ontslag nemen. Hij blijft lid van het algemeen bestuur,
totdat zijn opvolger is benoemd, doch ten hoogste gedurende drie maan-
den, nadat hij zijn besluit tot aftreden schriftelijk aan het algemeen be-
stuur heeft kenbaar gemaakt. XJiterlijk binnen twee maanden na ont-
vangst van het verzoek om ontslag wordt in de vacature voorzien.
7. Degene die ter vervulling van een buiten de gewone tijd van aftreden
opengevallen plaats tot lid is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop
degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou moeten aftreden.
8. Aftredende leden en plaatsvervangende leden zijn dadelijk herbenoem-
baar.
9. Het algemeen bestuur benoemt uit de personen, bedoeld in het eerste
lid sub a een voorzitter en een vice-voorzitter, uit sub c en d een
secretaris en penningmeester. Deze vormen tezamen met uit sub b één
lid en uit sub e of f één lid, het dagelijks bestuur.
Artikel 6.
1. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur doen zich bijstaan door
een adviesraad, waarin o.m. vertegenwoordigers van het onderwijzend
personeel van de deelnemende scholen zitting hebben.
2. Deze raad kan gevraagd en ongevraagd het dagelijks bestuur en
algemeen bestuur adviseren.
3. De samenstelling, de benoeming en de werkwijze van de Raad worden
nader door het algemeen bestuur bij reglement vastgesteld.
Artikel 7.
1. Het algemeen bestuur is belast met de algemene leiding van de dienst