151
4e afd.
30 november 1972
4. Het algemeen bestuur kan steeds o-ver andere zaken beraadslagen en
besluiten over deze zaken kunnen slechts genomen worden indien ten
minste 3/4 van de leden aanwezig is en met een meerderheid van 2/3
van de uitgebrachte stemmen.
Artikel 11.
1- De vergadering van het algemeen bestuur wordt niet gehouden, indien
blijkens de presentielijst niet meer dan de helft van het aantal zitting
hebbende leden is opgekomen.
2. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt een nieuwe
vergadering belegd, op de in artikel 10, derde lid, voorgeschreven wijze.
Evenwel behoeven er dan slechts twee werkdagen tussen de rond-
zending der oproep-briefjes en het uur der vergadering te verlopen.
3. De vergadering, bedoeld in lid 2, wordt gehouden, ongeac'ht het aantal
leden, dat is opgekomen.
Artikel 12.
Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, behoudens het
bepaalde in artikel 10, 4e lid en artikel 24.
Artikel 13.
1. Bij staking van steminen, wordt het nemen van het -be&luit tot de
volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen
worden heropend.
2. In deze en evenzo in een voltallige vergadering, wordt bij staken van
stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
Artikel 14.
Het bepaalde in de artikelen 11 tot en met 13 is van overeenkomstige
toepassing op de vergaderingen van het dagelijks bestuur.
Artikel 15.
Het dagelijks bestuur vergadert tenminste éénmaal per twee maanden
en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden van het
dagelijks bestuur zulks noodzakelijk achten.
Artikel 16.
1. Met de dagelijkse leiding van de schooladviesdienst is belast een direc-
teur.
2. Aan deze dienst worden in ieder geval verbonden een of meer:
a. pedagogen-didaetici;
b. psychologen;
c. schoolmaatschappelijke werkers;
d. remedial teachers.
3. Het algemeen bestuur kan tevens andere functionarissen aan de school-
adviesdienst verbinden.
4. Met andere diensten, welke t.b.v. het onderwijs werkzaam zijn, zoals
de sc-hoolartsendienst zal nauw worden samengewerkt.
Artikel 17.
1. De directeur van de dienst wordt benoemd, gesohorst en ontslagen
door het algemeen bestuur; de benoeming geschiedt uit een schrifte-
lijke voordracht van het dagelijks bestuur.
