5 4e afd. 30 november 1972 151
en 2. De directeur is voor zijn vverkzaamheden verantwoording schuldig aan
;en het dagelijks bestuur.
2/3 3, £>e directeur woont de vergaderingen van het dagelijks bestuur en
algemeen bestuur bij als adviseur, tenzij het bestuur in voorkomende
gevallen anders beslist.
4. Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat de overige functio-
ien narissen, de directeur gehoord.
5. De overige functionarissen zijn voor hun werkzaamheden verantwooi-
ding versühuldigd aan de directeur.
we
ze. Artikel 18.
ld" 1. De personeelsformatie en de op taakomschrijving steunende functie-
indeiing van het personeel, alsmede de aan het personeel te stellen
tal eisen van bekwaamheid en geschiktheid, worden door het algemeen
bestuur onder goedkeuring van de raad van de gemeente Heemstede
vastgesteld, met inachtneming van de ter zake geldende normen bij
gelijksoortige overheidsdiensten.
let 2. De vsiststelling van het bezoldigingsreglement van het personeel vlrl<it
plaats onder goedkeuring van de raad van de gemeente Heemstede,
met inachtneming van de voor de vaststelling der bezoldiging van
personeel van de gemeente Heemstede geldende voorschnften, met dien
de verstande, dat de bij deze voorschriften behorende salans- en loon-
en sohalen worden vervangen door de salarisschalen van het Bezoldigmgs-
besluit Burgerlijke Rijksambtenaren.
an 3- De overige arbeidsvoorwaarden worden onder goedkeuring van de raad
van de gemeente Heemstede geregeld.
Artikel 19.
De geldmiddelen van de stichting worden verkregen uit:
a. bijdragen in de kosten van de dienst;
b. schenkingen, erfstellingen en legaten;
c. subsidies;
d. overige inkomsten.
De uitgaven van de stichting, voor zover niet gedekt door inkomsten
ais bedoeld in het eerste lid, worden volledig gedekt uit bijdragen va.n
de deelnemende gemeenten naar rato van het totaal van het gemid-
delde aantal leerlingen en het gemiddelde aantal kleuters van de deel-
nemende lagere scholen en kleutersoholen in die gemeenten.
De deelnemende gemeenten verplichten zich tot het betalen van voor-
sohotten tot de in de vastgestelde begroting opgenomen bijdragen.
Artikel 20.
Het boekjaar van de stiehting loopt van één januari tot en met één en
dertig december met dien verstande, dat het eerste boekjaar eindigt op
de laatste dag van het jaar, waarin de stichting in het leven is geroepen.
ls Artikel 21.
1. Ieder jaar voor één mei biedt het dagelijks bestuur een ontwerp-
begroting van inkomsten en uitgaven van de dienst voor het volgende
boekjaar aan het algemeen bestuur aan.
gn 2. Ieder jaar voor één juni daar op volgende stelt het algemeen bestuur
de begroting vast.
ge x-
en
;et
2.
sC-