355
30 november 1972
het begin van het nieuwe jaar in verdere behandeling met het startpunt
zoals spreker zojuist heeft medegedeeld.
De heer Van den Briel gelooft dat wat het college hier voorstelt juist is.
Eerst bespreking in comité-generaal, daarna bespreking in de midden-
standscommissie en daarna de hoorzitting.
Spreker verzoekt het college om hier een zekere mate van snelheid bij
te betrachten opdat het niet te lang gaat duren.
Mevrouw Gaasterland vraagt of de middenstandsverenigingen hiervan
ook bericht krijgen.
De voorzitter: „Ja zeker".
Zonder hoofdeiijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders vermeld bij punt bb, besloten.
III. Omleiding gedeelte zwaar verkeer Lanckhorstlaan (volgnr. 148).
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor openbare werken zich
met het voorstel kan verenigen.
Spreker wil dit voorstel nog van een kleine aanvulling in de toelichting
voorzien. Spreker wijst er in de eerste plaats op dat deze zaak de raad
enige tijd heeft bezig gehouden. Het college is de raad erkentelijk dat
het de gelegenheid heeft gegeven om met een goed voorbereid voorstel op
tafel te komen; de tijd daarvoor is het college gegund en in goed overleg
met Haarlem is tot dit voorstel gekomen. Het college, en dat geldt ook
voor het college van Haarlem, realiseert zich heel goed, dat men hier, even-
als in de zogenaamde vage verklaring was vervat, te maken heeft met
een verlichting, maar niet met een oplossing of dé oplossing voor de
problematiek „wonen verkeer" van de Lanckhorstlaan. Beide colleges
zijn van mening dat voor belangrijke(r) oplossingen men niet meer alleen
lokaal of alleen interlokaal bij machte is om die oplossingen te brengen,
maar dat men dan inderdaad moet denken aan gewestelijke bovenlokalé
oplossingen of druk vanuit dat niveau om bij andere instanties tot belang-
rijke streek- en andere verbindingen te komen. Rijksweg 6, vaak bij deze
discussie terecht genoemd, is één van de voorbeelden die een dergelijk
soelaas naar ons aller overtuiging zal kunnen brengen, al is dat uiteraard
°°k niet een definitieve oplossing voor de hele materie die ons heeft bezig
gehouden en ook vanavond bezig houdt. Deze verlichting van de problemen,
in de periode tot Rijksweg 6 klaar komt, is één gegeven. Omtrent het
tijdstip van het ingaan van deze maatregelen, is iets in het voorstel ge-
steld, dat heeft natuurlijk te maken met Itet gereedkomen van de recon-
structie van de Wagenweg, het heeft ook te maken met wat in het voor-
stel is vervat, namelijk de kredieten die voor de verkeerslichteninstallatie
moeten worden gevoteerd en goedgekeurd. Er moet dus, wat dat betreft
°ok, dat verlangt ook de Lanckhorstlaan, reële taal worden gesproken, het-
geen wil zeggen dat een vervroeging i-n dit tijdsgewricht vöör maart wel
bijkans uitgesloten moet worden geacht, en dat uiteraard ook het college
al het mogelijke zal doen om omstreeks maart/april deze datum is
in verband met de kredieten genoemd deze zaak te realiseren en goedge-
keurd te krijgen. Wij zullen daar als colleges ook gezamenlijk bij de pro-
vincie op aandringen. Ten aanzien van de middelen wijst spreker op het-
geen in het voorstel staat vermeld en wat men zou kunnen noemen de
dwingende middelen en de verdere geleiding van het verkeer. Hoe het ver-
keer zich zal gaan gedragen is nog een vraagteken. Men mag uiteraard
hopen en verwachten daar hebben de deskundigen zich ook over uit-
gelaten dat het dwingende voorschrift: op de Lanckhorstlaan is het
verboden rechtsaf te slaan naar de Herenweg, inderdaad tot de gewenste
verkeersstroom van zwaar verkeer naar het noorden zal gaan leiden.