30 november 1972
348
kelijk. Toen spreker dat zag wenste hij dat Heemstede ook zoiets had; bijna
een jaar geleden heeft spreker ook al iets over dit onderwerp naar voren
gebracht en hij hoopt dat zijn wens eerlang in vervulling zal gaan.
Wat betreft de bestuurlijke indeling heeft men in deze brieven kunnen
lezen hoe de diverse gemeenten hierover denken en spreker acht het grap-
pig om te constateren dat die reacties eigenlijk een duidelijke bevestiging
zijn van de gedachten die in Heemstede hebben gespeeld bij de over-
wegingen en die ook zijn gezonden naar deze gemeenten. Spreker vraagt
zich echter wel af wat er nu gaat gebeuren; er is nog geen reactie van
Uitgeest en Bloemendaal. Uitgeest zal misschien net als Castricum, noor-
delijke relaties willen aanknopen. Laat men dit nu helemaal over aan de
hogere overheid, ter evaluatie, of is er toch nog contact vanuit I.S.K. of
misschien straks vanuit de Kennemerraad om te kijken wat daaruit moet
gaan groeien. Spreker vraagt of hieromtrent nog stappen worden onder-
nomen.
De voorzitter merkt op dat in de I.S.K.-bestuurscommissie inderdaad be-
sprekingen zijn gevoerd over de toekomstige grenzen van een groter ge-
west Kennemerland. Ware het allemaal in die situatie nog gebleven dan
zou de bestuurscommissie het ongetwijfeld tot haar taak hebben gerekend
om deze besprekingen voort te zetten. Spreker gelooft niet dat de raad
thans diep in deze materie wil treden, gezien de recente discussie over
dit onderwerp, maar er zijn duidelijke complicaties op komst als men met
name de bewoordingen van de raadsuitspraken leest van Beverwijk en
Castricum. In de voorwaarden zitten soms gevaarlijke tendenties, in dier
voege, dat deze zouden kunnen doorkruisen hetgeen in de uitspraken
van de raden van Zuid-Kennemerland vooral op tafel is gekomen met
betrekking tot de begrenzing aan de noordzijde van het gewest Kennemer-
land. Spreker meent wel te mogen uitspreken, zonder daar een directe
recente informatie over te hebben, dat het dagelijks college van het
Kennemergewest het zeker tot zijn taak zal rekenen om de verdere af-
ronding en begrenzing van het gewest verder ter hand te nemen, waarbij
uiteraard de uitspraken van de raden die zich in andere zin hebben uit-
gesproken en dat zijn natuurlijk met name de Zuid-Kennemerraden
worden gelegd naast de uitspraken, waar de heer Van Tongeren op het
ogenblik op wijst, van met name Beverwijk en Castricum. Spreker neemt
aan al is deze niet in die hoedanigheid onder ons dat het lid van het
dagelijks bestuur van het gewest met deze gedachtengang mee kan gaan.
De heer Brandsma deelt mede dat het dagelijks bestuur van het gewest
op het ogenblik met deze zaak bezig is; vanmiddag is er zelfs nog een
bespreking aan gewijd, zodat dit punt dus de volle aandacht heeft.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden
de stukken genoemd onder de punten n t/m t, zonder hoofdelijke stem-
ming, voor kennisgeving aangenomen.
u. schrijven van de Stichting Het Vijfde Baan-bos inzake het planten
van bomen.
Mevrouw Diel verwondert zich erover dat het college deze brief min of
meer heeft ondergeschoven tussen de andere stukken en slechts voorstelt
de brief voor kennisgeving aan te nemen. Spreekster betreurt dit, want
Schiphol-stop gaat uit van een aktiecomité dat zeer serieus te werk gaat;
in de achterliggende tijd is wel gebleken dat het comité veel denk- en
spitwerk, niet alleen in de letterlijke betekenis, heeft verricht om tot een
duidelijke motivering te komen waarom zij deze uitbreiding van Schiphol
niet wenst. Spreekster vraagt in de eerste plaats of het college deze
aktiegroep zou kunnen antwoorden waarom het deze brief slechts voor
kennisgeving aanneemt. Spreekster acht het duidelijk dat het college zich
waarschijnlijk nog steeds niet kan verenigen met de doelstellingen van de