397
14 december 1972
het opstellen yan begrotingen en het vaststellen van tariefsverhogingen
de realiteit wat meer in het oog zullen willen houden.
Mijnheer de Voorzitter, als laatste opmerking over de begrotingsopzet
wil ik er aan hermneren dat wij vorig jaar gevraagd hebben een samen-
yattend overzicht te mogen ontvangen van de overheidsbijdragen en de
(eventueel) daarin aangebrachte wijzigingen. Dit om ons inzicht in de
diverse mkomstenbronnen van de gemeente te verruimen, alsmede in de
mate waarin de rijks- en provinciale overheden daarin bijdragen Thans
mocten wij aiie begrotingshoofdstukken napluizen om daarachter te ko-
men. Wij hadden aan een blaadje papier gedacht, met de cijfers van het
lopende en komende jaar. Dit is blijkbaar niet goed overgekomen, want in
de aanbiedmgsbrief 1973 vonden wij niet dit blaadje, maar wel een om-
standig verhaal over de rijksbijdragen. Natuurlijk waarderen wij de goe-
de bedoehng, maar zö hoeft het voor ons nu ook weer niet. Mogen wii
daarom opmeuw om het door ons gewenste blaadje vragen
Mijnheer de Voorzitter, in de aanbiedingsbrief verstrekt het colles'e
y.0<?f een overzicht in vogelvlucht van de belangrijkste gemeentelijke ac-
tiviteiten, en van de verkregen resultaten. Daarbij wordt opgemerkt dat
het oplossen van het woningtekort en van het verkeersprobleem dé be-
langriikste vraagstukken zijn waarvoor de gemeente zich geplaatst ziet
Wij zyn het daarmede van harte eens, al menen wij dat het vraagstuk
van het milieubederf zo langzamerhand mede tot de top-problemen moet
worden gerekend. Wij hebben dan ook met instemming kennis genomen
van het voomemen om hiervoor een speciale ambtenaar aan te stellen Wij
vertrouwen dat deze nieuwe aanpak van blijvende aard zal zijn, en dat zi'i
yan voldoende niveau zal zijn om straks ook in intergemeentelijk verband
te kunnen funktioneren. Is dat ook de mening* van het college 9
Wat nu de oplossing van het woningtekort betreft, schijnen wij ons ver-
trouwd te moeten maken met de gedachte dat dit een onbereikbaar
îdeaal zal bhjken te zijn. De lijst van woningzoekenden blijft alsmaar om
de 600 schommelen, ondanks het feit dat jaarlijks enkele honderden wo-
mngen aan de voorraad worden toegevoegd. Deze woningzoekenden zijn
doorgaans mensen met smalle beurzen, voor wie het betalen van de laagste
nieuwbouwhuren een vrijwel onmogelijke zaak is. In feite is dât het pro-
bleem waarmee wij worstelen. Het gaat niet om de vraag of wij voldoende
wonmgen kunnen bouwen; het gaat om de vraag of wij voldoende wonin-
gen kunnen bouwen tegen aanvaardbare en betaalbare prijzen en huren. En
dat kúnnen wij niet. Wij bouwen dan ook niet voor de behoefte- wij bou-
wen uitsluitend voor de koopkrachtige vraag! Wie daarover niet'beschikt,
komt niet in aanmerking, en is voor de bouwers niet interessant. Met volks-
huisvesting in de zin der wet, mijnheer de Voorzitter, heeft dit maar zij-
dehngs îets te maken. Deze is v66r alles sociaal gericht en niet economisch
en aan dat sociale mankeert bij ons huisvestingsbeleid heel veel. Als wij
de woningproduktie van de beide laatste jaren in ogenschouw nemen dan
zien wij dat uitsluitend dure woningen zijn gebouwd, die op de kop af voor
oö ten goede zijn gekomen aan de middengroepen en de beter gesitueer-
ondeTrT de ,ei&en ingezetenen. Ongeveer 25 30 ging naar de agglo-
meratie Haarlem en de rest naar elders in Nederland. Dit beeld, mijnheer
de Voorzitter, tekent op schrille wijze de tegensteilingen in onze samen-
ievmg, die nog altijd op ongelijkheid in levenskansen is gebouwd. Dit is
geen verwijt aan Uw adres; het is hoogstens een verwijt aan ons allen,
voor zover wij in een dergelijke samenleving berusten en er ons wél bii
gevoelen. J
Intussen zullen wij morgen hierover nader met elkaar kunnen spreken
zodat ik het thans bij deze algemene opmerkingen wil laten. Echter nog
een punthet zal binnen afzienbare tijd zover komen dat het bordje ,,uit-
verkocht" bij onze grenspalen moet worden opgehangen. Dit brengt mij tot