mM
i
JSftÉs-J!!
14 december 1972
398
de vraag, of het college eventueel in ISK-verband al eens heeft over-
wogen wat er met de dan nog aanwezige woningzoekenden moet gebeu-
ren. In dit verband wordt gesproken over het ,,overlopen" naar gemeenten
in het noorden van de provincie, of naar Haarlemmermeer. Het zal die
kant wel uitmoeten, maar ons is geleerd dat mensen geen baaltjes meel
zijn die men naar believen kan verplaatsen. Kan het college hieromtrent
iets nader meedelen
Mijnheer de Voorzitter, van een gelijksoortige importantie als het wo-
ningvraagstuk lijkt ons het grote verkeersprobleem. Zij het dat het hope-
lijk minder uitzlchtloos is. In het kort zien wij het als volgt. Onze gemeen-
te ligt op een beiangrijk kruispunt in het Noord-Zuid en Oost-Westverkeer.
Dat geeft konsekwenties. De grote vraag is hierbij, hoe houden wij dit
verkeer dat merendeeis van döörgaande aard is zoveel mogelijk bui-
ten de bebouwde kom. Hiervoor nu hebben wij de daadwerkelijke mede-
werking nodig van provincie en rijk, die voor de aanieg van de ,,doorgaan-
de" wegen moeten zorgen. Wij kunnen weinig meer doen dan op de spoe-
dige aanleg van deze wegen aan te dringen. Hetgeen het College naar onze
mening naar behoren doet. Anders staat het uiteraard met het lokale ver-
keer, en met dât deel van het döôrgaande verkeer dat de bebouwde kom
niet geheel kan vermijden. Daarvoor dienen de meest geschikte routes te
worden aangegeven. Maar hoe Er is in deze raad en ook in onze frac-
tie wel eens het pleit gevoerd voor het opstellen van een verkeerspian.
Dat plan zou dan moeten inhouden: weike wegen krijgen het dôôrgaande
verkeer te verwerken, en welke wegen het lokale verkeer? En bovendien:
uit welke straten dient het verkeer naar vermogen te worden geweerd?
Het wil ons voorkomen, mijnheer de Voorzitter, dat het alleszins wenselijk
is dat het college zich over deze gedachte nog eens ernstig bezint. Mogen
wij een toezegging in deze richting tegemoetzien Aan het vraagstuk van
het verkeer zitten uiteraard nog meerdere aspecten die de aandacht ver-
dienen. Zo brengt de aanpassing van straten en wegen aan de eisen van het
gemotoriseerde verkeer het gevaar met zich mede, dat de belangen en de
veiligheid van de overige weggebruikers, t.w. fietsers en voetgangers (denk
vooral aan kinderen en bejaarden) in het gedrang komen. In principe geldt
immers de stelregel: hoe meer ,,ruimte" voor het snelverkeer, des te min-
der ruimte voor de overige weggebruikers. Gevaar voor hun veiligheid
schuilt ook in het gejakker van auto's en bromfietsen, waartegen niet
krachtig genoeg kan worden opgetreden. Laat het college te dezer zake
vooral waakzaam zijn!
Tenslotte zouden wij nog eens willen pleiten voor het onderhouden van
goede verbindingen via het openbaar vervoer. Dit geldt zowel voor de
eigen gemeente, als voor de regio. Dat het college ook hier diiigent moge
zijn en blijven!
Mijnheer de Voorzitter, een volgende categorie van activiteiten waar-
over een algemene opmerking valt te maken, betreft het investeringsplan
1973-1977. Over de inhoud komen wij morgen nog wel te spreken, maar ik
wil alvast onze waardering betuigen voor de indiening van dit plan. Wat
nu mijn algemene opmerking betreft: ik meen uit de rangschikking van
de diverse objecten te moeten opmaken dat het bestemmingsplan Bin-
nenweg-Bieekersvaartweg nog op geen stukken na in ontwerp gereed is
en gereed zal komen. Daarvoor zullen wel bepaalde oorzaken zijn aan te
wijzen, maar dat neemt niet weg dat het met dit bestemmingsplan een
gesukkel zonder eind dreigt te worden. De nare konsekwenties hiervan
zijn, dat bouwwerken die hier voorlopig gepland zijn, voorshands niet
voor uitvoering in aanmerking kunnen komen. Hôe urgent deze bouwwer-
ken overigens ook mogen zijn. Om een concreet voorbeeld te noemen: de