14 december 1972
374
die dikwijls om financiële redenen onmogelijk waren. Goede politiek is de
uitvoering van het mogelijke.
Tekenend was dat, toen bij het televisie-interview tussen de heren Bies-
heuvel en Den Uyl de premier aan de fractievoorzitter van de PvdA vroeg
om concreet die maatregelen te noemen, die een kabinet onder zijn leiding
zou nemen, het antwoord van Den Uyl ontwijkend was en hij alleen wist
te zeggen dat men hem toch vertrouwen moest. Een bijzonder gevaarlijke
raad, omdat het nu eenmaal de grondfout van het linkse denken is dat
men de mensen niet ziet zoals ze zijn, maar zoals men graag zou willen
dat ze zijn.
Een typisch voorbeeld hiervan is de kreet van de „onkritische groepe-
ring" over inkomensverdeling. Men kan uitrekenen en heel eenvoudig
dat door afroming van alle inkomens boven 50.000 per jaar de overi-
ge inkomens slechts enkele guldens per week omhoog zouden gaan. Ge-
zien het hoge percentage belasting, dat deze groep betaalt, moeten in-
dien deze topgroep gedwongen wordt minder te verdienen ôf wegtrekt
naar het buitenland, deze wegvallende belastingen opgebracht worden door
de lagere inkomensgroepen. Het resultaat van de maatregelen van deze
,,onkritische groepering" zal zijn een afgedwongen middelmatigheid. Wat
boven de middelmaat uitsteekt wordt gewantrouwd en moet worden weg-
gewerkt: financieel door dergelijke belastingmaatregelen, geestelijk door
gedwongen invoering van de middenschool.
In deze tijd heeft op vele terreinen de gedachte post gevat dat alleen
door samenwerking de geweldige problemen overwonnen kunnen worden
waar de samenleving ons voor stelt. Het is daarom bijzonder te betreuren
dat een belangrijke minderheid in ons politieke leven alle banden afsnijdt,
niet tot samenwerking bereid is, andere meningen verkettert en zichzelf
in „splendid isolation" alleen maar geschikt acht ons land te regeren. Een
minderheid, die aan de „kretologie" een groot aantal van zijn politieke
leuzen ontieent: „inkomensverdeling", „maatschappijverandering", „demo-
cratisering" maar duidelijk gebruik maakt van de afgunst op diegenen,
die meestal door zeer hard werken hoge prestaties leveren en daardoor in
een betere positie verkeren.
In de huidige situatie past alleen een beleid, dat een open oog heeft
voor alle geledingen in onze samenleving en dit ook eerlijk durft te zeg-
gen. De economisch zwakkeren moeten beschermd worden, maar ook moet
een regering maatregelen nemen opdat de vrije ondernemingen en klei-
ne zaken hun werk goed kunnen doen. Volgens de „onkritische groepering"
en speciaal de Partij van de Arbeid is onderneming een vies woord en
winst maken is helemaal het toppunt van slechtheid.
Iedereen die kritisch de ontwikkeling na de oorlog beschouwt zal tot
de conclusie komen, dat de enorme economische vooruitgang een gevolg is
van een gematigd kapitalistisch stelsel, waar vroeger de Partij van de
Arbeid wel mee samenwerkte. En weinig kiezers van de onkritische groe-
pering zullen het accepteren, als door beperkende maatregelen van de kant
van de onkritische minderheidsregering het vertrouwen in de nederlandse
economie ondermijnd wordt en ze daardoor werkloos worden of op vrijdag
minder geld mee naar nuis nemen.
Correctie door de overheid op sociaal terrein en vooral inzake de mi-
lieubescherming is dringend noodzakelijk, maar dan kritisch bekeken en
niet ongenuanceerd.
Bijzonder gevaarlijk zijn ook de niet-democratische onderstromen in de
onkritische partijen. Het is van het standpunt van een gezonde democra-
tie ongehoord en volgens mij in Nederland nog nooit vertoond, dat door
zg. democraten over een volkomen legaal tot stand gekomen wet gezegd
wordtsaboteer die wet maar, als wij aan het bewind komen, wordt die
toch afgesohaft, zoals bij de college-geldverhoging gebeurd is. Hier wordt