14 december 1972 414 tuinarchitect, een architect de heer Verhoeven en een technisch ad- viesbureau ingesohakeld. Er is geïnformeerd met betrekking tot Bouwsolid bij andere gemeenten, uit welke informaties blijkt dat Bouwsolid goede bouwwerken levert en er tot op heden geen klachten zijn. Kortom, in deze is een team aan het werk dat tracht iets op te zetten dat realiseerbaar is binnen het kader van het streekplan zoals de raad weet met ruime bebouwimg waarhij getracht wordt om de wensen, die ook in de raad leven, in te bouwen. De heer Van Tongeren is naar sprekers gevoelen erg planmatig. Spreker beluistert vaak een contradictie in zijn opstelling, want enerzijds stelt hij vaak: maak nu een plan, maar anderzijds zegt hij ook: kom vooral niet met een plan; eerst de inspraak, waarbij veel punten aan de orde kunnen komen, maar vooral geen plannen. De heer Van Tongeren stelt dan dat er gewoon allerlei voorwerpen op tafel moeten komen, waar men dan met elkaar om heen kan gaan zitten en verschuivingen kan toepassen; aan de andere kant vraagt hij altijd maar weer naar plannen op lange baan, en dan zou het college moeten gaan doen wat hij bepaald niet wil dat het college doet. Daarom begrijpt spreker niet wat de heer Van Tongeren nu precies met die beleidsnota wil. Spreker heeft reeds gesteld dat men voorzichtig met plannen moet zijn, want het komt toch anders dan men verwacht. Hoeveel getallen heeft men nu al gehoord over de bevolking in 1980. Steeds verandert de prognose en dat zal wel zo doorgaan tot 1980, in welk jaar men dan tenminste weet hoe het nu werkelijk geworden is. É>it voorbeeld geeft aan hoe voorzichtig men moet zijn met het maken van plannen, en dat men niet moet denken dat wanneer men maar de lijnen trekt, het leven zich precies volgens die lijnen zal gaan ontwikkelen. Spreker gelooft dat men zo doende zijn eigen dwangbuizen aan het formeren is. Als de heer Van Tongeren ten aanzien van alle projecten nagaat hoe de ideale bouw daarvan zou moeten zijn, dan kan er bijna niets meer gebeuren. Als men hoort hoeveel hectaren grond voor de bouw van een ziekehhuis edgenlijk nodig is, dan staat het Diaconessenhuis op een te klein gebied. Dit geldt ook ten aanzien van scholen en sportterreinen. Dat geldt voor elk gebied en of men nu bij op- voeding van kinderen, bij tuinen, of bij wat dan ook gaat kijken, altijd zal men concessies moeten doen aan de realiteit. En dat is één van de grote moeilijkheden bij het maken van plannen, het is vaak een afwegen; het ideaal kan men eenvoudig niet bereiken, men moet bijsturen en men moet binnen het kader van de mogelijkheden de opzet maken. Inzake de vraag over de structuur en het karakter van Heemstede zegt spreker dat Heem- stede een woongemeente is met een samengestelde bevolking; het is een gemeente die tot op heden op een druk verkeersknooppunt ligt en het is een gemeente met een regionale functie. Kortom er is een hele historie Waardoor de gemeente geworden is wat zij is. Deze gemeente is een ge- geven en over de ideale structuur kan men lang praten. Met betrekking tot het gemeenschappelijk kantoorgebouw voor de be- drijven en openbare werken, zegt spreker dat als het college destijds een strak plan had gemaakt van bijvoorbeeld 3V2 miljoen en laat men aan- nemen dat er was gesteld: we hebben dat plan, dus het gebouw moet er komen, doch inmiddels ziet men allerlei samenvoegingen van bedrijven en allerlei andere ontwikkelingen, dan kan men zich de vraag stellen of het nog wel zo nodig is uit te voeren wat men van plan was. Dan kan men eigenlijk blij zijn dat zo'n plan niet zo strak geweest is en dat men tijdig heeft kunnen bijsturen. Spreker vindt het ook helemaal geen bezwaar als men in het verleden een bepaald plan heeft gehad en niet gerealiseerd heeft omdat men in een later stadium bij dat plan vraagtekens is gaan zetten; spreker meent dat het ook met betrekking t)ot dit gebouw zo ge- steld kan worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 43