61 2e afd.
161
15 december 1972
EN, zij aan geldgeefster betalen, als boete, een bedrag gelijk aan acht ten
honderd per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatig-
Artikel 6.
Het onafgeloste deel van het bedrag der lening is, met de rente en de
kosten, onmiddellijk opeisbaar bij niet-nakoming door geldneemster van één
of meer der in deze akte vermelde foepaiingen of aangegane verbintenissen,
rna tenzij geldneemster, na door geldgeefster aan haar verplichtingen te zijn
te herinnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst dier herinnering het
verschuldigde, vermeerderd met de boete, voldoet en/of haar overige ver-
2 plichtingen alsnog nakomt.
Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen
van het in het vorig lid bedoelde geval van onmiddellijke opeisbaarheid,
alsof zij bij foevel of andere soortgelijke akte ware in gebreke gesteld.
Alle kosten en rechten van deze akte, van de schuldbekentenis en van de
maatregelen, welke geldgeefster mocht nemen tot behoud of ter uit-
oefening harer uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten zijn voor re-
kening van geldneemster.
heid.
be-
ien
2
Artikel 7.
De belastingen, welke van de rente der lening geheven mochten worden,
komen ten laste vain geldneemster.
Artikel 8.
ir.
Heemstede, 15 december 1972.
,ri
n-
ïh
-d
5r
De Raad voornoemd,
De voorzitter,
le
î-
d
e
e