154 2e afd. 15 december 1972. geldontwaarding als de voornaamste oorzaak worden beschouwd voor het aceres der uitgaven. Wij prijzen ons bijzonder gelukkig, dat wij ons niet genoodzaakt heb- ben behoeven te zien uw raad voorstellen te doen om voor het sluitend maken der gemeente-begroting tot belangrijke lastenverzwaringen voor de burgerij te besluiten, lastenverzwaringen die in een tijd dat de rijksover- jieid de contribuabelen in versc'hillende vormen zwaardere lasten oplegt, des te onaangenamer zouden worden ervaren. Onze hiernevensgaande voorstellen tot verhoging der water- en elektri- citeitstarieven, der tarieven voor de verhuur van warmwaterdoorstroom- apparaten en tot verhoging der begrafenisrechten menen wij als een aan- vaardbare verhoging te kunnen kwalificeren. Evenals vorig jaar hebben wij ernaar gestreefd het voor onvoorziene uitgaven bestemde bedrag tot een zodanige hoogte op te voeren, dat alle uitgaven ten laste van de gewone dienst en de rente en afschrijving voor kapitaalsuitgaven, welke ten tijde van het samenstellen der begroting in 1973 konden worden tegemoetgezien, doch nog niet in de begroting voor dat jaar konden worden verwerkt, zouden kunnen worden gedekt. Omdat wij juist ten tijde van de behandeling der begrotingen door ons college nog geconfronteerd werden met enkele belangrijke uitgaven, welke wij of niet of althans niet tot een dergelijke hoogte eerder hadden kun- nen voorzien, die het begrotingsevenwicht dreigden te verstoren, hebben wij gemeend voor de dekking daarvan, evenals vorig jaar, te moeten be- schikken over een deel der saldi-reserve, ditmaal tot een bedrag van 100.000,Wij achten dit alleszins verantwoord. Wij hebben ons bij de raming van het bedrag voor onvoorziene uitga- ven vooral laten leiden door de ervaring, dat er een belangrijk contingent aan uitgaven is, waarmede wij zonder twijfel ook in het komende jaar weer geconfronteerd zullen worden, die thans nog in het geheel niet kun- nen worden voorzien. Daar staat tegenover dat verschillende uitgaven, welke thans invloed uitoefenen op het voor onvoorziene uitgaven uitgetrokken bedrag, moge- lijk in het begrotingsjaar niet zullen worden gedaan, hetzij omdat de tech- nische voorbereiding van de voorzieningen, waaraan zij gespendeerd wor- den, nog niet voltooid zijn, hetzij omdat de plannen door het ontbreken van vaste financieringsmiddelen nog niet tot realisering kunnen worden ge- bracht. Ook bestaat de mogelijkheid, dat wél de afschrijving op deze ka- pitaalsuitgaven in de rekening over het betrokken dienstjaar tot uitdruk- king komt, maar niet de rente, dan wel dat deze laatste slechts voor een deel op de betrokken post drukt. Juist de talrijke in het geheel niet voorzienbare uitgaven doen ons ge- hecht zijn aan de gedragslijn om althans voor de tijdens de behandeling der begrotingen door ons college voorzienbare uitgaven dekking aanwe- zig te weten. Wij geven u onderstaand een opgave van die uitgaven, welke wij uit de post voor onvoorziene uitgaven denken te kunnen bestrijden. Onderdeel a Onvoorziene uitgaven ten laste van de gewone dienst. 1. Normaal te achten raming op dit onderdeel 47.910, 2. Exploitatielasten in verband met de voor- genomen indienstneming van een receptio- niste-telefoniste en de hogere kosten van verwarming, verlichting en schoonhouden van het raadhuis. Voorshands wordt rekening gehouden met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 5