8
1 februari 1973
schikt is voor het doorgaande verkeer. De Laan van Rozenburg is ook een om
belangrijke woonstraat, waar vooral de laatste jaren zich veel jonge ge- (jen
zinnen met kinderen vestigen, terwijl het voorts ook voor de voetgangers (je
een moeilijke zaak is om over te steken. Een merkwaardig feit doet zich j,ere
namelijk voor, dat de Amaryllislaan ook niet gespaard blijft voor het Qp c
doorgaande verkeer, daar de mogelijkheid om zich in het verkeer in te jan^
voegen, ter plaatse gemakkelijker is dan op de kruising Zandvoortselaan/ vool
Zandvoorter Allee. Het college zegt in zijn nota dat afsluiting van de laan om
uit een oogpunt van milieufactoren gewenst is, maar deze factoren mogen jam
bij het nemen van verkeersmaatregelen niet zozeer op de voorgrond tre- jujs
den. Zij denkt dat deze zienswijze wel spoedig een achterhaalde zaak zal hedi
zijn. De leefbaarheid van straten en lanen zal, als deze bevorderd kan wor- wee
den door er minder verkeer doorheen te leiden, in de toekomst een belang- (j00
rijke grond van overweging gaan vormen in de besluitvorming. Verder 17.1
zegt het college dat milieufactoren ook aangewend kunnen worden voor mej
afsluiting van tal van andere wegen in onze gemeente. Spreékster meent hele
dat we ons daar goed op dienen te bezinnen. Maar elk verzoek daartoe, jaal
hetzij uit de burgerij, hetzij een eigen initiatief van het gemeentebestuur, ove
zal terdege moeten worden bekeken. Het zal niet altijd kunnen, b.v. om- (jaj
dat andere groepen dan zwaarder belast zouden worden of op grond van ,je
verkeerstechnische bezwaren. In ieder geval mag dit geen argument zijn wa£
om het niet met de Laan van Rozenburg te proberen. Op de woorden in de
nota „afsluiting van de Laan van Rozenburg zou een niet-gerechtvaardigd zjj,j
precedent betekenen" vraagt spreekster of het college toch niet bang is jjai
om op dit verlangen, dat uit de bevolking zelf voortkomt, adequaat te om
reageren? Het feit dat de leefbaarheid van deze laan een stuk verbeterd bur
zal worden door eventuele afsluiting, speelt in spreeksters overwegingen jaa]
een belangrijke rol, hetgeen zij ook in de verkeerscommissie heeft laten mjr
blijken. Vooral in deze buurt, die ingeklemd ligt tussen belangrijke ver- nar
keerswegen en waar bovendien weinig speelgelegenheid bestaat voor de jaa-
kinderen, vindt zij een proefneming tot afsluiting alleszins verantwoord. (je
En zoals de aktiegroep stelt, het kan daar eigenlijk goed. De verkeers- me(
technische bezwaren zijn niet groot; dat is trouwens duidelijk gebleken zaa
toen de Laan van Rozenburg gedurende vier maanden in 1972 voor recon-
structiewerkzaamheden op de Zandvoortselaan afgesloten is geweest. Het j
college zegt in zijn nota dat verkeersmaatregelen moeten worden geno- tinj
men op grond van verkeersbelangen. In de eerste plaats gelooft zij dat de er
vrijheid en de veiligheid van het verkeer ook niet in het gedrang komen ger
bij het gebruik van de Zandvoortselaan, maar dat doet hier niet zoveel spr
terzake. Maar een tweede duidelijk verkeersbelang is toch wel, dat de akj
veiligheid van de bewoners kinderen, voetgangers, enz. in belangrijke 85
mate verbeterd wordt. Vervolgens is gebleken dat op drukke dagen, juist (jer
vanwege het gevaar dat het verkeer oplevert komend van de Laan van r0
Rozenburg en dat zich wil invoegen op de Zandvoortselaan, de laan wordt op
afgesloten. Zij dacht dat met het steeds toenemende verkeer het toch ook <jel
niet geheel denkbeeldig is dat dit gevaar zich ook op gewone dagen zal voj
gaan voordoen. Vervolgens is het zo dat ook de fietsers, komende uit noor- hai
delijke richting, die niet rechtsaf de Laan van Rozenburg ingaan, op een va]
gevaarlijke wijze door het autoverkeer gesneden worden. Dat door afslui- <ja-
ting van de Laan van Rozenburg weer moeilijkheden om diezelfde fietsers va]
zullen ontstaan op het bewuste kruispunt Lanckhorstlaan-Zandvoortselaan Na
neemt zij graag aan, maar dan wil zij er ook direct aan toevoegen dat ook nai
bij niet-afsluiten van de Laan van Rozenburg dit kruispunt voor fietsers en he1
voetgangers een bron van moeilijkheden zal blijven. Wat dat betreft is de]
spreekster het geheel eens met de briefschrijver, de heer Veen. Er heb- kei
ben de raad een aantal brieven bereikt, onder andere dus van de heer oni
Veen en van een aantal bewoners van de Amaryllislaan. Van de bewoners te£
van de Amaryllislaan vindt zij het een enigszins merkwaardige reactie Ve: