mm mmmmm 1J1IMI 83 29 maart 1973 communicatiestoornis betreft de mededeling op 5 maart jl zsoals het comite spreker per telefoon liet weten. Op die datum sdhijnt aî gezegd te zijn, op wat voor manier dan ook, dat de regeling niet door zou gaan bpreker vindt het een verwarde zaak, want toen hij de vraag op 15 maart stelde, en alle înformatie uiteraard niet had anders stelt men geen vragen bleek hem dat als hij het raadiiuis had opgebeld wat hij pas de aag daarna deed, men dan weer een heel ander verhaal krijgt. Eigenliik is dat de derde reden, namelijk dat in de chronologische opzet iets niet helemaal juist is, en dat betreurt spreker. Er zitten manco's in Men kan er eigenlijk heel weinig over zeggen, omdat men het juiste van de zaak niet weet en daarom voelt tnen zich machteloos als raadslid. Wat betreft de communicatie heeft het college steeds gewacht tot het iets definitie- vers wist om het comité op de hoogte te stellen. Men kan nog wel de raadsleden op de hoogte stellen door middel van een briefje, maar spreker kan zich voorstellen dat het moeilijk is om de burgerij, en één of meer aktiegroepen voor te lichten over datgene wat er gebeurt. Daarom kwam spreker op de gedachte om in de hal van het raadhuis enkele mededelin- genborden te plaatsen, die bediend kunnen worden door de receptioniste. Op die borden kan men dan lezen welke mededelingen het gemeentebestuur doen neeft' zoaIs: de burgemeester is aan het telefoneren met Haarlem over de Lanckhorstlaan. De voorlichting is een zaak die niet goed uit de verf is gekomen. Spreker vraagt om daar eens aandacht aan te besteden. De heer Rücker merkt op dat er bepaalde zaken zijn die men ais het ware zou kunnen aanwijzen als zijnde besmette zaken, waarin alles fout moet gaan. Spreker gelooft dat dit ook van toepassing is op de kwestie Lanckhorstlaan, die door een veelheid van factoren, vaak beslist zonder de nadrukkelijk vehkeerde bedoeling van betrokkenen, toch altijd dus- danige kortsluiüngen met zich medebrengt, dat de indruk wordt gevestigd t er veel mis is gegaan en nog mis is. Maar aan de andere kant gelooft spreker dat men wel moet proberen deze zaken in zoverre te relativeren dat men de zaken zo goed mogelijk op een rij zet, en dan protoeert te onderkennen hoe de feitelijke ontwikkeling is geweest en waar nu de zaken werkelijk fout zijn gegaan. Het college weet uit ervarinig dat als er op een gegeven moment in het Haarlemse beleid iets is wat de Heem- steedse belangen raakt, en naar sprekers opvatting niet correct is of beter zo'U hebben gekund, hij zeer zeker niet zou schromen dat aan de orde te stellen. Er zijn zelfs collega-raadsleden die zich hieraan wel eens storen. Ma,ar in dit geval meent spreker dat de gang van zaken toch met zodamg îs, dat hier nu zonder meer de gemeente Haarlem als de boosdoener moet worden aangewezen. Hier is sprake van een samenloop van omstandigheden. We hebben eerst al veel tijd nodig gehad om tot een eensgezinde beslissing te komen, die uiteindelijk resulteerde in de toe- zegging aan het actiecomité Lanokhorstlaan om op een gegeven moment zodanige voorzieningen te maken, in samenwerking met de gemeente Haarlem, waardoor de overlast, althans zoveel mogelijk, zou kunnen worden mgeperkt. De inkt waarmee het besluit geschreven werd, was nauwelijks droog of Rijkswaterstaat wordt ineens meer dan aktief en de reconstructie van het kruispunt Spanjaardslaan/Wagenweg wordt 'onder- handen genomen, waardoor de onmiddellijke uitvoering van de besluit- vorming van de raad noodgedwongen diende te worden opgeschort Dit is een kwestie waar noch de gemeente Haarlem, noch de gemeente Heem- stede, noch lemand anders iets aan kan doen; dat is een samenioop van omstandigheden. Wanneer spreker de inhoud van de nota nog eens de revue laat passeren, en tevens kennisneemt van de berichtgeving die de raadsleden, en zeker de fractievoorzitters, hieromtrent bereikte van het aktiecomite Lanckhorstlaan, dan gelooft sproker dat er twee punten duidelijk naar voren komen. En dat is ôp de eerste plaats dat het weer

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 14