29 maart 1973 78 in het centrale kamp. Er is toen een uitvoerige nota geweest van het provinciaal opbouworgaan, alle kampen zijn hezocht, er is overleg ge- pleegd spreker heeft namelijk het genoegen om als wethouder van Heemstede deel uit te maken van het dagelijks bestuur van het woon- wagencentrum in Haarlemmermeer en er zijn tailoze besprekingen geweest. Het is misschien interessant om iets aan te 'halen uit een brief van het ministerie, waarmee meteen een aantal vragen van de heer Van Emmerik zijn beantwoord. Ten aanzien van een bepaalde gemeente, die spreker dan hier niet noemt, werd gesteld dat zij bereid was 4 plakkers nog circa 2% jaar te gedogen op grond van artikel 10 van de Woon- wagenwet, in welke periode zal worden getraoht hen in een huis te huis- vesten. Lukt dit niet dan zullen de betreffende gezinnen toch uit de ge- meente worden verwijderd en worden verwezen naar een woonwagen- centrum. Dat was de opvatting van één van de deelnemende gemeenten. De minister schrijft verder: „begrip hebbende voor de situatie mag ik u niet verhelen dat een zodanige handel'wijze mij niet geheel juist voorkomt omdat het hier immers om inwoners van de gemeente handelt, die als gevolg van een afwijkende woonvorm aisdan zonder meer ifit hun woon- gemeente zouden worden verwijderd." De situatie in die gemeente gaf de minister derhalve toch enige bezorgdheid. Punt 4 van het totaalplan vermeldt: „dat na onderzoek is gebieken dat de woonwagengezinnen in de gemeente Heemstede reeds in die mate in de plaats zijn geïntegreerd, dat het ongewenst moet worden geacht de betrokken gezinnen te verplaatsen en dat aan doorstroming naar woningen in bepaalde gevallen de voorkeur moet worden gegeven. Het is verheugend dat burgemeester en wethouders van Heemstede deze ontwikkeilng zo positief tegemoet treden. Op grond hiervan heeft het algemeen bestuur (dus het algemeen bestuur van het woonwagencentrum) zich bereid verklaard de exploitatie van het centrum in Heemstede te beschouwen als behorende tot het totaalpakket van de regiovoorzieningen (met andere woorden: dit kamp in Heemstede valt ook naar de mening van het algemeen bestuur, en verderop zal men horen dat de minister daar ook gevoelig voor is, onder het centrale plan). In uw totaalplan staat derhaive vermeld dat van de 11 woonwagemgezinnen er in de toekomst 8 zullen doorstromen naar een woning. In dit genuan- ceerd uitvoeren van de Woonwagenwet past een klein centrum. Mijn brief aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten laat daarover geen twijfel bestaan. Echter er zijn een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan wil de exploitatie van een klein centrum in de rijksbijdragen worden betrokken. Afbouw van de situatie in de gemeente -Heemstede, zoals wordt voorgestaan aanvankelijk wilde het gemeentebestuur het liefst dat het kamp toch geleidelijk zou verdwijnen) is in principe een beletsel een rijksbijdrage te verlenen. Echter zoals reeds met u is over- eengekomen, zal mijnerzijds, gezien de onzekerheid die er bestaat met betrekking tot de ontwikkeling van het woonwagenprobleem en het daarop af te stemmen beleid, de door u bedoelde afbouw in de toekomst als een duidelijk beeld zal zijn verkregen, alsdan nader onderwerp van gesprek zijn en derhalve thans waar het de bijdrageverlening betreft, dit beletsel buiten beschouwing worden gelaten." De verdere ontwikkeling toont duidelijk aan, en dat zal dan waarschijn- lijk het eerste geval zijn in Nederland, dat het kamp in Heemstede als onderdeel van het centrale kamp zal worden geaccepteerd. Dat dus ver- wacht mag worden dat het rijk in de exploitatiekosten 95 zai bijdragen en dat de resterende 5 op grond van de gemeensehappelijke regeling, naar rato van het inwonertal van de gemeenten die deel uitmaken van de gemeenschappelij'ke regeling, verdeeld zal worden. De plannen, zoals die nu aan de raad zijn voorgelegd op grond van de tekeningen, hebben reeds voorlopig de instemming van het ministerie en van de ambtenaren die daarbij betrokken zijn. Natuurlijk moeten de plannen er nog offioieel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 9