106
26 april 1973
getuigt dat men, als men een bepaalde instelling heeft, in casu de
bibliotheeek, er zich van bewust is hoeveel dat mag kosten. Het is toch
niet zo dat men maar ongeremd geld laat rollen omdat het goed is en
daarom meent spreker dat het reëel is om te vragen waarom er een
zeer kostbaar besluit wordt genomen het gaat spreker niet eens om
de 53.000,maar meer om de exploitatielasten van f 35.000,per
jaar in eerste aanleg zonder dat er enig inzicht is in wat de biblio-
theek straks in werkelijkheid gaat kosten. Hij meent daarom dat het
reëel is om te stellen dat men eerst moet weten wat de bibliotheek gaat
kosten na alles wat daar gedaan moet worden, vöördat er over een
dergelijke kostbare aangelegenheid een besluit wordt genomen. Ten
tweede vraagt spreker welk bijzonder of algemeen belang hier eigenlijk
gediend wordt. Hij begrijpt dat dit een hachelijke vraag is, maar durft
deze vraag toch aan de orde te stellen. Er is een zo grote overvloed van
muziek via andere media dan de bibliotheek in de huiskamer voorhanden
spreker denkt aan de zes radiozenders die dagelijks hun programma's
geven en die toch zeker na selectie van de toehoorder een heel belangrijk
muziekprogramma kunnen leveren dat men zich afvraagt waarom het
°°k nog mogelijk moet zijn om naar een discotheek te lopen teneinde
daar een plaat te halen. Een plaat is iets anders dan een boek; een
boek leest men niet meer dan één keer per jaar. Een plaat wil men echter
regelmatig draaien, waardoor de hele beschikbaarheidsfunctie van een
plaat een heel andere is dan van een boek. Men kan een week tevoren
niet uitmaken wat voor plaat men op dinsdagavond wil horen. Dat soort
vragen onderscheidt een plaat in hoge mate van een boek en daarom ook
is spreker er niet van overtuigd dat hier een werkelijk belang wordt
gediend. Ook vraagt hij zich af waarom uit de veelheid van middelen die
er beschikbaar zijn, juist de meest kwetsbare is gekozen om mee te
starten. De heer Van Tongeren noemde reeds de film en de geluidsband.
Er zijn legio andere mogelijkheden, maar uitgesproken de grammofoon-
plaat, het meest kwetsbare en zich het moeilijkst lenend voor uitlening,
wordt gekozen om mee te starten. Spreker zou veel liever met een
verzameling banden starten. A1 zou daarmee eens iets mis gaan en al
zou de band sohoongewist zonder muziek teruglcomen, dan heeft men
tenminste altijd nog de mogelijkheid om de muziek weer op te nemen,
ook al zijn zij ongetwijfeld ook aan slijtage onderhevig, doch niet in die
mate als met platen het geval is. Hoeveel muziekgenot heeft iemand van
een plaat die nog net niet is afgeschreven Spreker vindt dat een inte-
ressante vraag om de eenvoudige reden dat dit betekent dat hij de laatste
is die zo'n plaat zal draaien, hetgeen spreker een uitermate beperkt
genoegen lijkt. Muziekliefhebbers zijn zeer zorgvuldig met hun platen-
bezit, omdat zij weten dat zelfs hun beste vrienden, en de meest intieme
liefhebbers van muziek, toch nog onvermijdelijk kans zien om een plaat
te beschadigen. Daarom begrijpt spreker de opmerking van mevrouw
Snoep dat er een zorgvuldige controle moet worden ingesteld. Het lijkt
spreker echter niet eenvoudig om iedereen die met een beschadigde plaat
binnenkomt, 15,boete te laten betalen, want dat zal dan geweldig
vaak moeten gebeuren. Dat alles in het kader van een jaarlijkse last van
f 35.000,levert bij spreker voorshands nog vele twijfels op. Ook omtrent
de afspeelapparatuur bestaat geen enkele controle. Wie weet zal iemand
een kiezelsteen inplaats van een saffier gebruiken. Het is in ieder geval
niet te signaleren. Men merkt het pas bij terugkomst van de plaat en niet
bij het vertrek, en daarom heeft spreker zich afgevraagd of het niet veel
beter is om deze zaak veel bescheidener te beginnen, in die zin, dat thans
uitsluitend een krediet van 15.000,voor platenaankoop in het eerste
jaar zal worden verstrekt, wat kan worden opgevangen binnen het kader
van de bestaande organisatie, om zodoende eens een jaar te kunnen
experimenteren met de vraag hoe het nu eigenlijk gaat en of een plaat