108
26 april 1973
dit voorstel een beslissing te nemen. Spreker merkt op dat in het meer-
jarenplan reeds een bepaald bedrag is opgenomen voor de uitbreiding van
de bibliotheek en het is duidelijk dat als de eigenlijke plannen op tafel
komen, dit bedrag belangrijk hoger zal blijken te liggen. Dit alles is
echter nog in een pril stadium en moet nog in het college worden be-
handeld. Te zijner tijd, als het college zijn standpunt heeft bepaald, zal
deze zaak zijn normale gang hebben. Spreker gelooft niet dat men daarop
met de discotheek moet wachten. Regelmatig heeft er uitbreiding van het
boekenbezit plaats en vinden allerlei activiteiten in de bibliotheek plaats.
Als men de cultuurnota leest van minister Engels, het voorontwerp van
wet op het openbare bibliotheekwerk of de culturele nota van de provincie
Noord-Holland, dan leest men daarin dat men wat dit betreft ook mee
moet met het brengen van dit stuk cultuur aan het volk. In het verleden
is men ook schuchter begonnen met het bibliotheekwerk; het waren
meestal de maatschappijen tot nut van het algemeen, particuliere initia-
tieven, die begonnen om het boek onder brede lagen van de bevolking te
brengen. Dat geschiedde vaak pro deo. Het is uitgegroeid tot wat men
heeft mogen ervaren bij het 25-jarig bestaan van de bibliotheek in Heem-
stede, namelijk dat hiervoor een brede belangstelling bij de bevolking
bestaat, en niet alleen in Heemstede, maar men vindt dat overal in het
land terug. Het is duidelijk geworden dat men op dit terrein verder moet
gaan; er is meer cultuurgoed te brengen aan de burgerij. Er wordt
gesproken over bandjes, over films, over dia's, enzovoort, maar het
college wil met deze discotheek een vrij bescheiden begin maken. Er zijn
tot nu toe 60 bibliotheken in ons land die een discotheek hebben, waar-
onder de bibliotheken te Ede, Emmen, Enschedé, Groningen, Den Haag,
Soest en Stadskanaal, dus wijd verspreid over het hele land. En zelfs in
1973 heeft de minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk
ondanks de bezuinigingen, subsidies toegezegd aan de gemeenten Almelo,
Assen, Baarn, Emmen, Kampen, Roermond, Rijswijk en Vlaardingen. Dat
alles wijst er op dat we in Heemstede niet voorop lopen, maar gewoon
meedoen en spreker meent terecht meedoen. Wat het exploitatietekort
betreft kan spreker mededelen dat vorig jaar het college al heeft besloten
om, min of meer vooruitlopend op het besluit van de raad, in beginsel
aan de minister subsidie te vragen voor deze discotheek zonder daarmee
ook maar op enigerlei wijze de raad te binden, maar omdat het college
weet dat de aanvraag een vrij langdurige behandeling ondergaat. Achteraf
is gebleken dat de minister redeneert dat de gemeente van haar kant
eerst moet tonen dat zij bereid is iets voor een diseotheek over te hebben,
waarna wellicht ook het rijk bereid is om daaraan mee te doen.
Naar aanleiding van de vraag welk algemeen belang met de discotheek
wordt gediend had ook spreker al onmiddellijk de naam van Theo Olof
genoteerd, die veel meer aandacht wil schenken aan de klassieke muziek.
Natuurlijk kan men dat op de radiozender beluisteren, maar of dit moge-
lijk is op een tijdstip dat het schikt, is een grote vraag. Het kan prachtige
muziek zijn, maar als men met talloze andere dingen bezig is, verdwijnt
het luistergenot. De ervaring Ieert nu juist dat als men deze platen leent,
dit ook voor kinderen een grotere educatieve waarde kan hebben; men
kan ook een solo-instrument bespelen en achtergrondmuziek daarbij
wensen en daarvoor graag over een plaat uit de discotheek willen be-
schikken. Inzake de opmerking dat een plaat erg kwetsbaar is, merkt
spreker op dat als men aan geluidsbanden denkt, de burgerij eerst zou
moeten overgaan tot het aanschaffen van een cassetterecorder, die tussen
100,en 200,kost, en waar talloze mensen niet aan toe zouden
komen. Ook spreker heeft moeite met het muziekgenot van een plaat die
versleten is, maar de discothecaris is er juist om dergelijke platen tijdig
uit de roulatie te nemen.
Spreker is dikwijls spontaan door de burgerij opgebeld, zelfs door