100 26 april 1973 aanbeveling werd gedaan voorlopige maatregelen te treffen voor eventuele vestiging in de Markerwaard en een simulatieproces op te zetten; zij constateert dan dat Rijkswaterstaat in haar nota van oktober 1972 daar nauwelijks serieus op ingaat en daar is de aktiegroep nu teleurgesteld over. Spreker is benieuwd hoe het college hierover denkt. Het college stelt voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen, maar het geeft geen mening. Spreker vraagt wat er intussen in het Intergemeentelijk Overleg- orgaan gebeurt. De voorlopige mening van sprekers fractie neigde in de rlchting van de Markerwaard, maar hoe langer men over deze zaak nadenkt, hoe meer men tot de conclusie komt dat het, met het oog op het opraken van brandstoffen en dergelijke, waarschijnlijk niet zinnig meer is om aan een tweede nationale luchthaven te beginnen. Dus geen Marker- waard en ook geen uitbreiding van Schiphol. Spreker acht het nuttig dat Heemstede zich, ook in onze opstelling in een I.O.L. of in een overleg met de Kennemerraad of met Den Haag, eens op dit punt bezint en dit niet zo maar laat passeren. Men moet ook als kleine gemeente gewoon meespelen door onze ideeën daarover duidelijk kenbaar te maken. De heer Van Emmerik brengt naar voren dat de aktiegroep tegen geluidshinder van Schiphol in de brieven een aktiegroep is vöör de lucht- haven in de Markerwaard. Het zit er dik in dat er ook aktiegroepen zullen komen tegen een iuchthaven in de Markerwaard. Iedere zaak heeft nu eenmaal twee kanten. Het verzet tegen de inpoldering is trouwens, naar spreker weet, al onder woorden gebracht op het bekende symposium, waar onze oud-plaatsgenoot, sprekers oud-straatgenoot en thans hoog- leraar in Groningen, de heer Van den Berg, nogal tegen de plannen tot inpoldering van leer is getrokken. Spreker neemt aan dat in het inter- gemeentelijk overlegorgaan ook deze kanten van de luchthavenproblema- tiek naar voren zullen komen en daarom is spreker eigenlijk mét de heer Van Tongeren nieuwsgierig hoe men zich van de kant van het college in dit overleg opstelt. Wethouder Van Wijk is van mening dat ieder op zijn tijd van ,,Schip- hol" gebruik maakt en dat men dus in feite allemaal meedoet aan het veroorzaken van geluidshinder. Dat neemt echter niet weg dat deze zaak een groot probleem vormt. Het is een rijksprobleem hetgeen natuurlijk niet betekent dat de gemeente geen bepaald standpunt zou kunnen en misschien zal moeten innemen. Spreker kan geen collegebesluit kenbaar maken, want dat bestaat eenvoudig niet. Het I.O.L.-overleg meestal in Hoofd- dorp bestaat voornamelijk uit het verstrekken van informatie van de zijde van Schiphol. Er wordt dan wel gesteld dat er machines komen die veel minder lawaai zullen gaan maken en dat er schone benzine komt. Anderen stellen zich weer anders op en menen dat er altijd lawaai zal blijven. Het overleg verkeert dus eigenlijk in een stadium van informatie en van aanhoren van diverse standpunten, maar nog steeds niet in een stadium van uitspreken van standpunten, in welk geval spreker als vertegenwoordiger van de gemeente geen enkel standpunt zou kunnen gaan innemen, omdat noch het college, noch de raad zich uitdrukkelijk heeft uitgelaten als dat al op onze weg ligt over de vraag of de Markerwaard al dan niet moet worden ingepolderd en of daar een vlieg- veld moet worden aangelegd. Dat de zaak op zichzelf waard is bekeken te worden, is ongetwijfeld het geval. Spreker heeft ook de artikelen gelezen waarin men meent er helemaal niet meer aan te moeten beginnen, omdat er voor de landbouw geen behoefte meer is aan de Markerwaard, hoog- stens nog voor een vliegveld, want landbouw kan men veel beter in Canada beoefenen dan in Europa, dan in de gewezen Zuiderzee. Dergelijke artikelen volgt het college uiteraard met grote belangstelling. Ook spreker weet dat de weerstand tegen de inpoldering steeds groter wordt, hetgeen hij zich wel kan voorstellen. Toen ir. Lely destijds met zijn plannen kwam,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 4