128
24 med 1973
De heer Van Tongeren wil zich aansluiten bij hetgeen de heer Brandsma
naar voren heeft gebracht.
De heer an der Hulst kan niet geheel met de heer Brandsma meegaan
als hij zegt dat men met zijn kritiek op de 'hoge huurprijzen eigenlijk in
Den Haag moet zijn. Men is wel aan veel kanten gebonden aan de richt-
lijnen die daar gegeven worden. Het ingekomen stuk ibeoogde aan te tonen
dat het ook binnen de marges, die door Den Haag gegeven worden, mo-
gelijk is om een kwalitatief goede woning te bouwen waarvan de huur
beduidend lager ligt dan van vergeiykbare objecten in de omgeving. De
heer Brandsma zei dat hij attijd voor goedkope woningen heeft gepleit.
Spreker meent dat hij voor goedkope woningen zonder meer zeker niet
gepleit zal hebben, want daarin moet men heel selectief zijn. Bij het voor-
gaande ingekomen stuk heeft men kunnen opmerken dat de goedkoopte
niet alleen bepalend is. Het is dus niet alleen Den Haag die deze zaken
aan banden legt; Den Haag doet dat van de ene kant, terwijl wij van de
andere kant moeten proberen open oog te hebben vcor de bcuw in de om-
geving, waarvan gebleken is dat het kwalitatief goed is en waarbij aan de
kritiek, die uit het uitvoerige onderzoek naar voren kwam, tegemoet kan
worden gekomen. Met alle respect voor het rapport van Openbare Werken,
meent spreker dat de kritiek daarin toch te ongenuanceerd is. Als men een
bezoek aan Hillegom brengt en men ziet 10 woningen die niet aan de ge-
wenste normen voldoen, terwijl men er 30 ziet die er wel aan voldoen,
moet men zich eigenlijk wat meer bepalen hetgeen spreker dus ook
duidelijk in zijn betoog heeft gedaan tot de wat ruimere woningen
De heer Van Wijk is eigenlijk over de zakelijke punten van het ingekomen
stuk heen gestapt, waarbij hij stelde dat men niet teveel in details moet
treden, omdat het geen concrete bouwaanvrage betreft en dat we in de
nabije toekomst zullen zien of we hieraan kunnen meewerken. In zijn eerste
betoog heeft spreker zich aanzienlijk zakelijker opgesteld nu het over een
stuk gaat, waarbij tekeningen gevoegd zijn en als daar een onderzoek door
Openbare Werken aan ten grondslag ligt, dan meent spreker dat het juist
is als de raad op die verschillende punten uitvoerig ingaat. De heer Van
Wijk heeft dat niet gedaan. Spreker meende dat het juist was om te
trachten alle kritiek die er op dit op zich redelijke plan was, te ontzenuwen.
Spreker hoopt dat het in het eerste gedeelte van zijn betoog gelukt i? om
duidelijk te maken dat het hier gaat om woningen, waar men dan mis-
schien niet onmiddellijk ja tegen moet zeggen, maar waar men zeer ernstig
rekening mee moet houden. Het zijn woningen zo bleek hem ook weer
na de inlichtingen die spreker van het architectenbureau heeft gekregen
waarbij men ruime mogelijkheden heeft om in datzeifde patrcon met die
plattegrond tegemoet te komen aan de wensen en de kritiek die men in
Heemstede geuit heeft.
De heer De Buiter merkt in de eerste plaats op dat hem deze bena-
dermg van dit vraagstuk wat tegenstaat, omdat het de schijn begint te
krijgen alsof de raad een soort woningbouwpolitiek ad hoc aan het voeren
is. Er komt een plan foinnen, waarover men vervolgens ontzaglijk lang gaat
zitten praten. Wat spreker nadrukkelijk wil stellen is, dat het er juist om
gaat om deze zaken in een breder verband te plaatsen Het is vaak zo dat
de heer Brandsma en spreker een heel verschillende benadering van een-
zelfde zaak kiezen op het gebied van de woningbouw. Men kan hetzelfde
nastreven en het toch anders benaderen. Spreker meent dat als men de weg
gaat kiezen om iedere keer ergens een huis op te zoeken dat weer zo
goedkoop mogelijk is, men op de lange duur volledig met de woningbouw
en de huisvesting in het slop geraakt en dat zal waarlijk niemands be-
doelrng zijn. Daarom wil spreker waarschuwen tegen dit soort woningbouw-
politiek ad hoc zoals hij dat noemde en er sterk voor pleiten om al deze
vraagstukken te blijven bezien in het verband van het hele woningbezit in
de gemeente Heemstede.