28 juni 1973 170 paalde delen van onze gemeente een grondige behandeling kunnen moeten ondergaan, om zelfs voor een optimale leefbaarheid in de wijk een ander verloop van het verkeer te bevorderen, enzovoort. Ook het college heeft grote waardering voor de inbreng van de heer Streefkerk. Wij zijn aan de kardinale beslissing nog niet toe, maar zonder die eerste fase kan men niet tot wezenlijke beslissingen komen en zelfs niet over procedures spreken. Daarom meent spreker dat een deel van het betoog van de heer Van Tongeren ook beter passend zou zijn geweest na fase één, waar bovendien dat is uiteraard ter beoordelmg van ziin fractie ook het college en de verkeerscommissie over hebben ge- sproken en hebben gedacht aan het punt, dat 'het het meest zmvol zou ziin als wij komen in de fase van de koers-bepalende beslissangen voor wiik- of integrale behandeling. Bij die fase ds het juist interessant dat de raad eens onder het gehoor van de heer Streefkerk, die dan natuur i]k ook de resultaten van de eerste fase kan 'toelichten, met alleen voorlichtmg kriigt maar ook met hem in discussie kan treden. Spreker zegt na- drukkeliik dat de principiële beslissing naar het oordeel van het college en spreker meent ook naar het oordeel van de verkeerscommissie, zeker ook van de heer Streefkerk pas genomen kan worden als de eerste fase aohter de rug is. Met de verkeersbegeleiding zal de verkeerscommissie uiteraard een belangrijke taak hebben in de adyiserende stadia die daann worden meegenomen. Als voorzitter van de verkeerscommissie heeft spre- ker de opbouw en ontwikkeling van de gang van zaken, ook yan de dis- cussies gevolgd en deze als een heel normale en begnjpelijkc bes hou.yd. Spreker meent dat de raad nu aan een zeer zmvolle en belangnjke be- slissino- toe is maar hij zou niet willen dat omtrent deze beslissmg, aithans naar het oordeel van het college, vooruit zou worden gelopen op de yol- gende fase, ja zelfs op het eindresultaat van de eerste fase. Hij neemt aan dat ook de raad voelt voor een nadere confrontatie m positieve m met de heer Streefkerk na de eerste fase. Het betreft hier een aanpak di duideliik gericht is op de toekomst, die, en dat is ook m de verkeerscom- missie gebleken, zeker ook na het betoog van de heer Streefkerk, zeker niet van hulpeloze lijdzaamheid is doortrokken. De heer Streefkerk heeft een open oog voor alle mogelijkheden die de wetenschap ons kan leveren, waarWj natuurlijk aan de raad blijft de belangrijke beleidsknooppunten door te hakken. Daarvoor, herhaalt spreker, îs de eerste fase onmisbaar. De heer Kuiper heeft een interessante suggestie gedaan, înmiddeis ook gesteund vanuit de raad, ten aanzien van de functie van n]ksweg 6. Waar- schiinliik zal de heer Kuiper het met spreker eens zi]n dat de tijdstippen die hii noemt van groot belang zijn, maar dat voor de rendementswegmg van rijksweg 6 bepaald ook over een langere periode rnoet worden ver- geleken, onder andere in verband met het gewennmgspatroon Een tel g vlak vödr en na de openstelling van rijksweg 6 zal natuurlijk ook van grote betekenis zijn. Wethouder Van Wijk wil geenszins een domper zetten op yenyachtmgen, misschien wel wat op al te gespannen verwachtingen omtrent dit plan, doch men dient wel te bedenken dat deskundigheid haar mbreng kan heb- ben ook bij een probleem als dit, maar dat een probleem vaak een pro- bieêm blijft. Spreker dacht in dit verband aan een gezegde van een_oud leermeester van hem, die, als het over problemen gmg zei: dan wordt er een commissie benoemd en dat betekent meestal een o-rafenis van elk probleem. Het îs natuurhjk een vraag of het verkeer een gegeven is, of dat men zijn uitgangspunt los van dat gegeven neemt. In- zake de vraag in de nota of het nu zoveel minder druk geworden îs op de Dreef door de reconstructie, zegt spreker, dat het een si.uk minde, liik is geworden op het Wipperplein door reconstructie, omdat men een- voudig bestaand verkeer heeft ingedamd. Als voorbeeld geeft spreker da Rijn Waal en Maas Nederland binnenkomen. Nu kan men wel zeggen dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 17