157
28 juni 1973
m. schrijven van Gemeente Commissie D.S. '70 Heemstede inzake de be-
noeming van leden en plaatsvervangende leden in adviescommissies.
Burgemeester en wethouders stellen voor aan genoemde Commissie
mede te delen dat bij de benoeming van commissieleden haar stand-
punt in de overwegingen zal worden betrokken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders, vermeld bij punt m, besloten.
n. verzoek van de heer drs. E. Bonsel tot het verlenen van een bij-
drage van 1.000,aan de Palestijnse Rode Halve Maan.
Burgemeester en wethouders zijn van mening dat adressant de zaak
in de politieke sfeer trekt. Het uitgangspunt van de raad bij het nemen
van zijn besluit ten aanzien van de bijdrage ad 1.000,voor het
Comité Nationale Inzameling 25 jaar Israël, was uiteraard een geheel
ander.
Voorgesteld wordt het verzoek niet in te willigen.
De heer Rücker stelt dat de heer Bonsel aan het slot van zijn sohrij-
ven stelt dat de door hem aan de orde gestelde kwestie recht uit het
hart is gegrepen en er geen slechte bedoelingen aan ten grondslag liggen.
Sprekers fractie neemt hiervan kennis en gelooft onvoorwaardelijk in de
goede trouw van de heer Bonsel. Zij wil hem niet de pluim op de hoed
onthouden over de puntige wijze waarop de heer Bonsel reageert op de
besluitvorming van de vorige vergadering en de hieromtrent afgelegde
stemverklaringen. Sprekers fractie is evenwel de mening toegedaan dat,
zoals ook het college reeds heeft opgemerkt, de briefschrijver voorbij gaat
aan de duidelijk gerichte doelstelling, die haar bovendien uitermate sym-
pathiek was, welke aan de symbolisohe bijdrage aan het Comité Nationale
Inzameling 25 jaar Israël ten grondslag heeft gelegen. Zijn fractie wist
waar de gelden zouden blijven en deze zekerheid ontbreekt aan de sug-
gestie van de heer Bonsel, ten bate van de Palestijnse Rode Halve Maan.
Door laatstbedoelde instelling te steunen, stelt men zich duidelijk politiek
op en dit 'is een konsekwentie welke zijn frac'tie niet wenst te aan-
vaarden.
De heer Van den Briel meent dat het nu wel duidelijk is dat de op-
vatting van het cöliege over het hiet verlenen van een bijdrage aan het
Comité Nationale Inzameling 25 jaar Israël, in het algemeen juist was.
Het ligt inderdaad niet op de weg van de gemeente om als zodanig een
dergelijk, hoe sympathiek ook, doel te steunen. Toch is het volkomen te
begrijpen dat de raad vorige maand wel een bijdrage aan dat Comité
heeft gegeven, gezien de vele banden tussen Nederland en Israël en tussen
Nederlanders en Israëli. Maar de emotionele overwegingen hebben de
vorige keer een hoofdrol gespeeld. Pormeel fceeft de heer Bonsel gelijk.
Maar als de raad nu ook een bijdrage zou verlenen aan de Palestijnse
Rode Halve Maan, zou hij op een onmogelijk verder te volgen weg ge-
raken, daar er vele instellingen zijn die een even sympathiek en belang-
rijk doel nastreven; het is dan ook beslist onmogelijk om hierin konse-
kwent te zijn. Om de nood van de vluchtelingen te lenigen is natuurlijk
veel geld nodig, maar sprekers fractie hoopt dat vele Nederlanders,
individueel, hierin zullen bijdragen.
De heer Brandsma zegt dat de heer Bonsel zijn verzoek tot het ver-
lenen van een bijdrage van 1.000,aan de Palestîjnse Rode Halve
Maan ziet als een soort tegenhanger van de bijdrage, aan het te stichten
intemationaal jeugdcentmm in Jerusalem, waartoe de vorige maand
werd besloten. Het college adviseert om dit verzoek niet in te willigen,
omdat adressant de zaak in het politieke vlak trekt. Sprekers fractie
kan met dit advies akkoord gaan, maar wenst wel een nadere verklaring