159
28 juni 1973
kader van de zijns inziens noodzakelijke bewustiwording' van de burger,
ook die van Heemstede, met betrekking tot zijn mondiäle mede-verant-
woordelijkheid. Aangezien dit echter ook bij het verzoek van de heer
Bonsel niet het geval is, maar het hier gaat om een verzoek om een
bijdrage uit de gemeentekas, zal spreker vanzelfsprekend, alleen op andere
motieven, ook nu weer het voorstel van het college volgen. Spreker vindt
persoonlijk dat de enige juiste benadering van dit probleem van de kant
van de heer Van den Briel is gekomen, die duidelijk, naar sprekers me-
ning terecht en spreker hoopte dat de hele raad dat zou willen uit-
spreken gezegd heeft dat de raad de vorige keer in feite een verkeerde
beslissing heeft genomen; dat hij zich heef't laten leiden door de emoties
rond deze zaak.
Mevrouw Gaasterland heeft zich de vorige maand duidelijk gesteld ach-
ter het standpunt vart het college, dat de gemeenteraad, ais lagere
overheid, zich niet op dit pad moet begeven. Men zou zelfs nog over het
jeugdcentrum hebben kunnen discussiëren of dit politiek gericht was.
Het ligt niet op de weg van de raad om zich hierover te beraden. Spreek-
ster gelooft daarom dat het verzoek van de heer Bonsel, hoewel men als
persoon het met hem eens kan zijn en men met hem mee kan voelen over
de ellendige toestand van de vluchtelingenkampen, duidelijk politiek ge-
richt is. Zij staat daarom op hetzelfde standpunt ais de vorige maand.
De voorzitter brengt naar voren dat in de verschillende verklaringen
van de raadsleden het standpunt naar voren is gekomen, dat het college
in zijn voorstel heeft weergegeven, namelijk dat de briefschrijver, in
welke begrijpelijke stemming deze ook mag verkeren, voorbij gaat aan
de gegeven motivatie van de verschillende leden van de raad bij de vo-
rige stemming. Spreker vindt deze constatering belangrijker dan dat
wat vanavond onder andere door de heer Van den Briel naar voren is
gebracht over de precedentswerking, waar het aanvankelijke standpunt
van het college ;in de vorige vergadering in ruime mate op was gestoeld.
De heer Riieker vraagt of de verklaring van de heer Jager zijn per-
soonlijk standpunt weergeeft of dat van zijn fractie.
De heer Jager zegt dat hij namens zijn fractie heeft gesproken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders, vermeld bij punt n, besloten.
o. schrijven van de heer Luuk Aarts waarbij hij toezendt zijn studie „Een
sneltramsysteem of semimetro voor de agglomeratie Haarlem".
Overeenkomstig het in de raadsvergadering van 26 april j.l. gedaan
verzoek is het plan van de heer Aarts behandeld in een vergadering
van de verkeerscommissie. Deze commissie meent dat het moeilijk is
het plan goed te beoordelen. Dit zou naar haar oordeel trouwens beter
in regionaal verband kunnen gebeuren. De commissie heeft evenwel
de indruk dat het plan geen oplossing biedt voor de verkeersproblemen
in de regio. Daarbij is erop gewezen dat een sneltram veel duurder
zal zijn dan een bus. Een groot bezwaar is uiteraard ook dat men
met een tram lang niet overal kan komen.
Burgemeester en wethouders kunnen zich met het oordeel van de ver-
keerscommissie verenigen en stellen voor de heer Aarts dienovereen-
komstig in te lichten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders, vermeld bij punt o, besloten.
p. brief van het Aktie-comité ,,Schildersbuurt" betreffende wijziging route
buslijnen.