3. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het be-
paalde in het eerste lid als strikte toepassing van het daarin vervatte
verbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik welke
niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt.
HOOFDSTUK III BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 12.
Bouwwerken, geen gebouw zijnde
1. De in artikel 5 genoemde erfafscheidingen mogen geen grotere hoogte
hebben dan 80 cm boven het aanliggende afgewerkte terrein.
2. Erfafscheidingen hoger dan 80 om mogen slechts worden gebouwd nadat
burgemeester en wethouders hiertoe vrijstelling hebben verleend van
het sub 1 bepaalde.
HOOPDSTUK IV OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 13.
Voortzetting bestaand gebruik
Gronden die bij het van kracht worden van het plan in gebruik zijn
voor andere doeleinden dan waarvoor zij blijkens de bestemming ingevolge
het pian mogen worden gebruikt, mogen voor die doeleinden in gebruik
blijven.
Artikel 14.
Sfrafbepaling
Overtreding van de verbodsbepalingen, gesteld in de artikelen 10 en 11
wordt geacht een strafbaar feit te zijn in de zin van artikel 59 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel 15.
Naam
Het plan kan worden aangehaald onder de naam „Restemmingsplan
terrein Schielaan".
Behoort bij raadsbesluit van 30 augustus 1973, nr. 79
De secretaris,
De voorzitter,
J3'.