4e afd. 30 augustus 1973 77
a. naam en adres van de aanvrager;
b. indien een gemaditigde is aangewezen diens naam en adres, onder
overlegging van een macfatiging;
c. een omschrijving van de aard van het bedrijf, alsmede een om-
schrijving van het productieproces;
d. vermelding van de aard en hoeveelheid van de te lozen stoffen,
e. de plaats en de aard van de lozingsmiddelen;
f. de ter beoordeling van de aamvraag benodigde tekeningen, bere-
keningen en overige gegevens.
3 De aanvraag moet door de aanvrager of, indien een gemachtigde is
aangewezen, door de gemachtigde zijn ondertekend. De tekeningen en
overige besoheiden moeten door de aanvrager of door de gemachtLgde
zijn ondertekend, dan wel gewaarmerkt.
4. De aanvrager of zijn gemachtigde is verplicht aan de door burge-
meester en wethouders, ter behandeling van de aanvraag, aangewezen
personen op eerste verzoek alle medewerking te verlenen en inzage
m bescheiden te verlenen, welke deze böhoeven.
5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met betrôkking tot de in
lid 3 bedoelde bescheiden nadere regelen te stellen.
Artikel 4.
Termijn van beschikking.
1. Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om lozings-
vergunning binnen 6 maanden na de dag waarop die aanvraag is ont-
vangen.
2. Zij kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste 2 maanden ver-
dagen.
Artikel 5.
Niet ontvankelijkheid.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een met redenen omkleed besluit
de aanvrager in zijn aanrvraag niet ontvankelijk verklaren, indien niet is
voldaan aan de in of krachtens artikel 3 gestelde eisen of nadere regelen.
Artikel 6.
Duur der vergunning.
De lozingsvergunning kan voor een bepaalde termijn worden verleend.
Artikel 7.
Tenaamstelling en uitreiking.
1. De lozingsvergunning wordt verleend aan de aanvrager en op zijn naam
gesteld. Zij geldt tevens voor zijn rechtverkrijgende.
2. De lozingsvergunning wordt zo spoedig mogelijk aan de aanvrager uit-
gereikt; een vajiwege burgemeester en wethouders gewaarmerkt stel
vam de overgelegde bescheiden wordt bij deze vergunnmg gevoegd.
Artikel 8.
Overdraagbaarheid.
Burgemeester en wethouders kunnen de lozingsvergunning op verzoek
van degene op wiens naam de vergunning äs gesteld of van zijn recht-