197 30 augustus 1973 gevoel ook bevredigd wordt als men de uitspraak van het Hof afwacht. Spreker wil er nog aan toevoegen dat de fluoridering geen persoonlijke hobby van een wethouder is, maar als hij spreekt en dat doen wethou- ders in de regel, tenzij zij een afwijkende mening hebben dan spreekt hij namens het hele college. Dat is dus het standpunt zoals het college dit zeer bewust heeft gekozen en aan de raad heeft medegedeeld. De voorzitter deelt mede dat het college dus niet voornemens is om op een komende agenda te plaatsen het al of niet stoppen van fluoridering. Het college zal daartoe dus niet het initiatief nemen; als de fracties dit wel wensen, dienen zij aan het college te laten weten in hoeverre dat leeft in 'hun fractie, en uiteraard zal de meerderheid van de raad in dit geval duidelijk moeten beslissen zelfs hoe de agenda op dit stuk er uit zou kunnen zien als dit ook dan tevens voor verantwoordelijkheid van het college zal worden genomen. De heer Verkouw heeft reeds duidelijk ge- maakt dat het college voornemens is om met Amsterdam een gesprek te hebben. Het college acht het een nuttig gesprek, waarin ook het stand- punt van de heer Jager naar voren kan worden gebracht. Br is een kans dat Dlemen en Heemstede samen naar Amsterdam trekken, zij het dat het college van Diemen van een anders gerichte uitspraak van de raad uitgaat. Het college blijft dus om de redenen, zoals de heer Verkouw die naar voren heeft gebracht van mening, dat het van belang en ook nuttig is, om met Amsterdam deze zaak te bespreken, juist ook met het oog op de toe- komst, die natuurlijk een verdere juridische verfijning met zich mee zal brengen. Allereerst wil de heer Jager stellen dat hijzelf niet de minste behoefte heeft om opnieuw een brede discussie te gaan voeren over het ai dan niet fluorideren van drinkwater. Hij meent ook dat hij in eerste termijn duide- lijk alieen over de bestuurlijke aspecten van deze zaak heeft gesproken. Hij wil nog wel eens zeggen en dan zal er wel weer een bericht in de krant verschijnen dat men bij de democraten niet moet zijn als het om de kwestie van de fluoridering gaat dat hij een voorstander van fluoride- ring van drinkwater is. Maar daar gaat het nu niet om en wat dat be- treft vindt spreker de reacties én van de heer Kischbaum én van de heer Nederveen inadekwaat op zijn vraag of men niet van mening zou moeten zijn dat het bestuurlijk gezien en zelfs niet juridisch, want inderdaad dient de rechtsgang volledig gevolgd te worden verstandiger zou zijn geweest van Amsterdam om het overleg van tevoren met de afnemende gemeenten te hebben; dat erkent het college en zal dit ook tot uitdrukking brengen. Spreker gaat iets verder door te stellen dat nu, gezien het feit dat de Hoge Raad in elk gevai heeft uitgesproken dat de wettelijke grond- slag ontbreekt, hetgeen blijkbaar ook erkend wordt omdat er grote aktivi- teiten op het ministerie zijn om te proberen op zo kort mogelijke termijn een wetswijziging tot stand te brengen, zolang de wettelijke grondslag ont- breekt, het feitenonderzoek van de rechter op zich niet zo belangrijk meer is. Dat gaat alleen maar over de vraag welke konsekwenties deze uit- spraak van de Hoge Raad heeft voor de betrokkenen. Het heeft niets meer te maken met de vraag of er al dan niet een wettelijke grondslag is. Dui- delijk staat vast dat die ontbreekt. In dat geval meent spreker is het be- stuurlijk verstandiger, mede gezien de grote onrust die ook in de gemeen- te Heemstede rond de fluoridering bestaat en voorlopig zal blijven be- staan, om hiermee te stoppen en dat tot uitdrukking te brengen. Spreker is niet van plan, gezien ook de antwoorden van de andere fracties, om nu hierover een uitspraak van de raad te vragen. Hij vindt ook het verwijt van de heer Verkouw, dat hij dit punt nu aansnijdt terwijl er niet voldoen- de overieg in de fracties heeft kunnen plaatsvinden, niet terecht. Spreker heeft in de raadsvergadering van 28 juni precies dezelfde vragen gesteld. Iedereen heeft ruim twee maanden de tijd gehad om over deze vragen na

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 16