187
30 augustus 1973
6. de legeskas ter secretarie en kas politietransacties, 2e kwartaal
1973;
7. het Gas-, water- en elektriciteitsbedrijf, 2e kwartaal 1973;
8. de Dienst Openbare Werken, 2e kwartaal 1973;
9. de Stichting Hulp aan Studerenden, 2e kwartaal 1973;
10. de woningbouwvereniging „Het Oude Posthuis", le halfjaar 1973;
11. de woningbouwvereniging ,,Berkenrode", le halfjaar 1973;
12. de Woningstichting Heemstede, le halfjaar 1973;
13. de woningbouwvereniging ,,De Haemstede", le halfjaar 1973;
14. de woningbouwvereniging ,,Sint Joseph", le halfjaar 1973.
x. besluit van burgemeester en wethouders van 26 juni 1973, waarbij het
bedrag van de door de ,,Stichting Diaconessenhuis Haarlem" te sluiten
geldlening ad f 3.000.000,wordt aangewezen als bedrag hetwelk door
de Stichting voornoemd met garantie, als bedoeld in het raadsbesluit
van 25 september 1969, zal worden opgenomen.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden
de stukken, vermeld onder de punten a t/m x, zonder hoofdelijke stemming,
voor kennisgeving aangenomen.
y. rapport van de Stichting ,,Centraal Bureau voor Keuringen op Medisch-
Hygiënisch Gebied" betreffende het bevolkingsonderzoek, gehouden van
2 t/m 24 april 1973.
Mevrouw Diel heeft bij inzage van het rapport van de Stichting ,,Cen-
traal Bureau voor Keuringen op Medisch-Hygiënisch Gebied" bemerkt,
dat het aantal deelnemers aan het bevolkingsonderzoek terugloopt. Zij stelt
voor om dat rapport eens in een vergadering van de commissie voor
volksgezondheid te brengen, zodat dit rapport in wat kleiner verband kan
worden besproken en mogelijkerwijs naar de oorzaak kan worden gezocht
van de eventuele terugloop, met de vraag of men op deze wijze moet door-
gaan.
De heer Van der Hulst heeft hetzelfde als mevrouw Diel geconstateerd
een meent zelfs dat de opkomst tot ongeveer 50% is teruggelopen, hetgeen
hij betreurt. Spreker kan niet zeggen dat de mensen het belang van het
onderzoek misschien dan niet inzien, dat zal beslist niet zo zijn. In de
periode dat een onderzoek gaat komen, wordt dat onderzoek aangekondigd,
iedereen krijgt daar dus bericht van. Het is wat prematuur om te vragen
of de wethouder tegen de tijd dat er weer een onderzoek gehouden wordt,
daaraan in de pers wat aandacht wil besteden. Het is een bijzonder beiangrijk
onderzoek, waaruit toch steeds weer blijkt dat een aantal mensen uit het
onderzoek naar voren komen, die een verdere behandeling blijken nodig te
hebben; hoe eerder zulks opgemerkt wordt, hoe beter het is. Spreker
meent dat dit allemaal overbekend is, en als er dan toch zo'n slechte op-
komst is, dan zal daaraan misschien wat meer voor-publiciteit gegeven
moeten worden, waarbij ook bij de mensen misschien een bepaalde angst
weggenomen moet worden. Spreker vraagt om ook dit in de commissie te
bespreken.
Wethouder Verkouw deelt mede, dat het sterke teruglopen van de op-
komst in 1969 was dat 64,6% en in 1973 50,3% ook onmiddeilijk de
aandacht van het college heeft getrokken. Eîigenlijk is toen al besloten
om de volgende keer tijdig aandacht aan dit punt te besteden. De cijfers
zijn tenslotte toch nog wat milder, omdat er in 1973 2215 inwoners waren,
die regelmatig werden doorgelicht. Als men dat aantai erbij telt komt
men ruwweg op een percentage van 70. Dat is dus wel gunstiger, hoewel
er dan nog altijd een percentage van 30 overblijft. Spreker heeft nog ge-