104
4e afd.
27 september 1973
5. vöör 1 december van elk kalenderjaar, voor het eerst vöôr 1 de-
cember 1973 zal de Stiehting aan burgemeester en wethouders ter
schriftelijke goedkeuring zenden een begroting van baten en lasten
en van kapitaalinkomsten en uitgaven met uitvoerige memorie
van toelichting, voor het volgende kalenderjaar. Indien burge-
meester en wethouders bezwaren tegen de ingezonden begroting
hebben, zal de Stichting haar dienovereenkomstig wijzigen of ge-
bruik maken van de onder 15 aangegeven mogelijkheid van beroep
tegen de weigering der goedkeuring. Zonder schriftelijke toestem-
ming van burgemeester en wethouders zullen geen uitgaven wor-
den gedaan waardoor de in de begroting vermelde bedragen wor-
den overschreden. In die begroting zullen, voor zover mogelijk,
als vergelijkingscijfers worden opgenomen, de werkelijke cijfers
van het laatst verstreken boekjaar.
6. binnen zes maanden na afloop van elk kalenderjaar zal de Stich-
ting aan burgemeester en wethouders ter goedkeuring zenden een
balans per 31 december van dat jaar en een verlies- en winstreke-
ning over dat jaar, een en ander met éen toelichting, alsmede een
verslag over dat jaar; al deze stukken opgemaakt onder verant-
woordelijkheid van en getekend door een buiten de Stichting
staande accountant.
7. de besteding van een exploitatie-overschot mag slechts geschieden
onder goedkeuring van burgemeester en wethouders.
8. de Stichting verplicht zich om idesgevraagd aan de door de ge-
meente aan te wijzen personen inzage te geven van alle boeken en
bescheiden van de Stichting en volledige medewerking te verlenen
aan maatregelen welke burgemeester en wethouders voor een
goede controle op het financieel beheer en een goede administratie
nodig zullen oordelen.
9. indien burgemeester en wethouders dit in het financieel belang der
gemeente gewenst achten, zal een door hen aan te wijzen finan-
cieel en economisch deskundige worden toegelaten in de vergade-
ringen van het bestuur der Stichting, waarin onderwerpen be-
treffende het financieel beleid zullen worden behandeld. De des-
kundige zal het recht hebben aan de beraadslagingen deei te
nemen.
10. de Stichting zal het tehuis behoorlijk en ten genoegen van bur-
gemeester en wethouders onderhouden.
Burgemeester en wethouders zullen te allen tijde bevoegd zijn de
toestand van de opstallen te doen opnemen.
De door hen nodig geoordeelde herstellingen zullen op eerste aan-
schrijving binnen de door hen te stellen termijn worden verricht.
11. de Stichting zal er voor zorgdragen, dat het tehuis en de inrich-
ting gedurende de looptijd der leningen bij een maatschappij ter
goedkeuring van burgemeester en wethouders zodanig zijn ver-
zekerd tegen brand-, storm-, water- en glasscha-de, dat de kosten
van herstel of wederopbouw respectievelijk inrichting volledig uit
de assurantiepenningen kunnen worden voldaan.
De Stichting is verplicht op vordering van burgemeester en wet-
houders de betreffende polis en/of premiekwitanties te tonen.
12. de tarieven van de aan de bejaarden in rekening te brengen pen-
sionprijzen en vergoedingen en eventuele wijzigingen daarvan, zijn
aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders onderworpen.
