25 oktober 1973
251
beuren geen ruimte laat om eerst nog eens een derde in een arbitrage te
betrekken want zonder twijfel zou dit krachtens het bestek op een ar-
bitrage uitlopen met de bouwer van dit complex dan sluit dit een
aansprakelijkheidstelling niet uit. Overigens duurt een arbitrage bepaald
niet korter dan een procedure, vaak zelfs langer, en dan zou men de vol-
gende winter wanrschijniijk nog met deze arbitrage doende zijn.
Op de vraag van de heer Kettenis of er nu een uitdrukkelijke aansprake-
lijkheidsclausule in het nieuwe contract staat, antwoordt spreker dat dit
vtflgens hem niet het geval is. Eîen en ander staat natuurlijk wel in de wet.
De wet stelt vrij uitdrukkelijk en nauwkeurig wanneer men aansprakelijk
wordt en wanneer men niet aansprakelijk is. Het heeft dus weinig zin cm
in een contract te stellen dat men aansprakelijk is voor behoorlijke leve-
ring, want dat is eenvoudig zo. Het gaat er om: wat moet men leveren, en
als men dat levert dan heeft men gepresteerd; als men onvoldoende levert
dan heeft men wanprestatie gepleegd. Spreker weet op dit moment nog
niet, of er in deze enige extra garantie is opgenomen. Daarmee zou men
de aansprakelijkheid kunnen vehhogen. Oontractueel is men daar vrij in;
een extra garantie mag men natuurlijk verlangen.
Tenslotte merkt spreker op dat de installateurs natuurlijk ook nog
algemene voorwaarden kennen waaronder ze leveren.
De heer De Kuiter zegt dat de heer Rücker terecht heeft opgemerkt
dat eventuele aansprakelijkheden niet moeten worden uitgevochten over
de rug van de bewoners. Met dat standpunt kan spreker zich verenigen.
Hij zal dan ook niet tegen dit voorstel stemmen, mits het college de toe-
zegging doet dat een zodanige handelwijze zal worden gevolgd dat de
mogelijkheid van aansprakelijk stel'len open blijft, en dat de raad op niet
al te lange termijn een nader inzicht over deze materie zal kunnen ver-
werven.
De heer Rücker vraagt of hij van het college de toezegging kan krijgen
dat onderzocht zal worden of het huidige leidingnet nog mogelijkheden
inhoudt om als reservevoorziening te dienen bij de thans in te richten
installatie.
Wethouder Van Wijk antwoordt op de vragen van de heren De Ruiter en
Rücker bevestigend.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VIII. Herstel signaleringskabel waterbedrijf (volgno. 110).
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gas-, water- en
elektriciteitsbedrijven zich met het voorstel kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
IX. Nieuwe gemeenschappelijke regeling woonwagenschap Zuid-Kenne-
merland (volgno. 111).
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor sociale zaken als volgt
heeft geadviseerd:
Uw voorstel tot het aangaan van een nieuwe gemeenschappelijke rege-
ling woonwagenschap Zuid-Kennemerland hebben wij in onze vergadering
van 17 dezer behandeld.
Daarbij bleek dat overwegende bezwaren bestaan tegen het bepaalde in
artikel 7, tweede lid, van de regeling, volgens hetwelk de leden van het
algemeen bestuur en hun plaatsvervangers worden aangewezen door en
uit de coïleges van burgemeester en wethouders van de deelnememde ge-
meenten.
Ingevolge de Woonwagenwet berusten diverse bevoegdheden met be-